Weerverschijnsel El Niño kost biljoenen
Ieder keer dat natuurverschijnsel El Niño plaatsvindt, trekt dat een jarenlange wissel op de wereldeconomie. Dat concluderen onderzoekers van het Amerikaanse Darthmouth College. Zij stellen dat de financiële strop van het weerfenomeen telkens in de biljoenen loopt.
Bij een El Niño warmt het water van de Stille Zuidzee op, wat grote effecten op het weer heeft. De afgelopen drie jaar kwam juist tegenhanger La Niña langs, die een verkoelende effect op de Stille Oceaan had. In maart concludeerde het Amerikaanse Climate Prediction Center dat La Niña ten einde was en dat de kans meer dan negentig procent was dat de wereld later dit jaar weer te maken krijgt met El Niño.
De onderzoekers bestudeerden de wereldwijde economie na El Niño in 1982-1983 en 1997-1998, en concludeerden dat de groei van de economie beide keren meer dan vijf jaar lang werd beperkt. Dat kostte volgens de studie, die vrijdag wordt gepubliceerd in wetenschappelijk tijdschrift Science, in het eerste geval 4,1 biljoen dollar (3,8 biljoen euro) en vijftien jaar later 5,7 biljoen dollar (5,3 biljoen euro). Volgens de onderzoekers worden arme landen rond de evenaar daarbij het hardst getroffen.