Anarchie luidt einde paars II in
Het tweede kabinet-Kok leek een harde wet uit de parlementaire geschiedenis te gaan breken, de wet namelijk dat twee achtereenvolgende kabinetten van dezelfde politieke samenstelling nooit het einde van de rit halen. Maar de anarchie die het gedrag van de ministers De Grave en Pronk heeft opgeroepen, doet vooral denken aan de regieloosheid uit de nadagen van het kabinet-Lubbers III. Een voortijdige val van paars lijkt dinsdagmorgen onafwendbaar.
Het begon met VVD-minister De Grave van Defensie, daags na de presentatie van het NIOD-rapport over Srebrenica. Hij kondigde aan dat hij zijn verantwoordelijkheid moest nemen en dat hem niets anders te doen stond dan op te stappen. Het kabinet hield hem vrijdag binnenboord. Samen uit, samen thuis, was het parool dat premier Kok zijn ministersploeg oplegde.
Kok streefde vooral naar een ordentelijke afhandeling van de kwestie. Het kabinet moest eerst een gedegen reactie op het NIOD-rapport formuleren en vervolgens -volgende week, in de laatste week voor het verkiezingsreces- met de Tweede Kamer het debat aangaan. Dat was het moment, en de plek, om politieke conclusies te trekken.
Pronk zat ook in die ministersvergadering, maar hij trok maandag toch zijn eigen plan. Hij liet weten hoe dan ook te zullen aftreden. Het NIOD-rapport gaat wat hem betreft niet ver genoeg. Het kabinet is er niet in geslaagd de „lotsverbondenheid” met de moslimmannen om te zetten in hun daadwerkelijke bescherming. De politiek heeft gefaald, hijzelf ook. En dus stapt hij op.
Premier Kok was maandag woedend, om begrijpelijke redenen. Pronk maakt namelijk niet alleen een einde aan de regie die Kok wanhopig probeert te voeren, maar zet ook nog eens het voltallige kabinet onder druk. De Grave wilde weg vanwege fouten op zijn eigen departement. Pronk wil gaan vanwege „hét falen van dé politiek”, zoals hij het nog voor het verschijnen van het NIOD-rapport formuleerde. Wie kan nog blijven zitten als een van de ministers daaruit zijn conclusies trekt? Dinsdagmorgen kwam het kabinet bijeen om deze onvermijdelijkheid onder ogen te zien.
Er zijn mensen die Pronk geloven en hem zelfs waarderen om zijn ethische integriteit. Maar zijn gedrag roept vooral vragen op. Niet alleen omdat zijn uitlatingen een toonbeeld van staatsrechtelijke onzuiverheid zijn. De vraag dringt zich ook op waarom Pronk nu pas zijn conclusies trekt. Wat hij nu weet, weet hij al sinds de zomer van 1995. En zou hij dit besluit ook hebben genomen wanneer zijn partij, de PvdA, hem niet had afgedankt met een dertiende plaats op de kandidatenlijst?
Pronks geprangde geweten sputterde al bij eerdere gelegenheden. Bij het uitbreken van de Golfoorlog en bij de bombardementen op Kosovo en Afghanistan. En in juli 1995 betitelde hij het optreden van de Serviërs al als genocide. Hij gedraagt zich -zei ChristenUnie-kamerlid Van Middelkoop maandag- alsof hij de enige politicus is met „een volgroeid geweten.” Hij verwierf er zich een vaste achterban van zo’n 40.000 kiezers mee. Anderen vonden zijn gedrag vooral irritant en onverantwoord.
Volgens hoge ambtenaren maandag heeft Pronk met zijn gedrag expres het hele kabinet onder druk willen zetten. In deze opzet is hij in ieder geval geslaagd. Kok ontbood hem maandagavond op het Torentje voor spoedberaad. De politieke top van de coalitiepartijen kwam snel bijeen: de PvdA in het Catshuis, de VVD bij minister Dijkstal thuis in Wassenaar en D66 ten huize van minister Borst in Bilthoven. Kok moest zich dinsdagmiddag op uitnodiging van GroenLinks-leider Rosenmöller in de Tweede Kamer over de gang van zaken verantwoorden. En een extra zitting van het kabinet, dinsdagmorgen begonnen, luidt het einde van paars in. De ministers stonden sinds maandagavond al met de hand aan de deurknop van de nooduitgang. Waarom zouden ze die nog vier dagen vasthouden?
Voor Kok is de gang van zaken bijna tragisch te noemen. Hij leek de leider van twee succesvolle kabinetten te zijn en uit te groeien tot een staatsman van niveau. Nu struikelt hij in het zicht van de finish, en niemand die mededogen heeft: op 15 mei straft de kiezer paars keihard af.
De afgang van paars is ontluisterend. De kiezers krijgen het beeld te zien van een ploeg van ministers die -nog voordat zij een reactie op het rapport hebben geformuleerd en nog voordat zij zich publiekelijk hebben verantwoord- naar het Noordeinde snellen om bij de Koningin aan te kloppen voor ontslag. Aan een al te lange periode waarin de ’sorry-democratie’ floreerde, komt nu weliswaar een einde, maar de wijze waarop dat gebeurt getuigt niet van verantwoordelijkheid en daadkracht. Wel van paniek en nervositeit. Van Middelkoop noemt dat de „verfloddering” van paars. Waarschijnlijk zal vooral Fortuyn er garen bij spinnen.