Adema en boeren zijn er nog niet uit
Nog steeds is het landbouwakkoord niet rond, ondanks een marathonzitting van de belangrijkste onderhandelaars. Er zijn wel vorderingen gemaakt: de rekenaars kunnen aan de slag.
Donderdagochtend rond half acht komen landbouwminister Piet Adema en de boerenonderhandelaars Sjaak van der Tak (LTO) en Roy Meijer (NAJK, club van jonge boeren) het terras van Villa Ockenburgh in Den Haag oplopen. Ze hebben bijna 24 uur aan een stuk vergaderd. En wel op een symbolische plek: de historische buitenplaats ligt in een beschermd Natura 2000-gebied.
Juist om kwetsbare natuur te beschermen moet de landbouw de uitstoot van stikstof fors verminderen. Agrarisch Nederland gaat daarvoor op de schop. Piekbelasters worden door de overheid uitgekocht of moeten hun bedrijf aanpassen of verplaatsen. In zones rondom Natura 2000-gebieden krijgen talloze andere boeren met beperkingen te maken. Minister Christianne van der Wal (Stikstof en natuur) is daarvoor verantwoordelijk. Maar de land- en tuinbouw moet ook perspectief houden. Minister Piet Adema (Landbouw) sleutelt daarom nu al maanden aan zijn landbouwakkoord.
De zogeheten hoofdtafel, voorgezeten door voormalig topambtenaar Chris Kalden, had woensdag op een doorbraak gemikt. Die kwam er uiteindelijk niet. Op het terras legt Adema tegen de pers een korte verklaring af. Hij verwacht dat de komende weken nog „intensieve gesprekken” nodig zijn. „Er moet echt nog wat gebeuren. We praten over hele grote thema’s, die ingrijpend zijn voor de landbouwsector”, zegt Adema, die tegelijk benadrukt wel dat er tijdens de lange sessie wel degelijk „stappen” zijn gezet. Wat die stappen zijn, zegt hij niet.
Premier Mark Rutte, die er ’s nachts bijgehaald werd, zegt nog minder. „Er is nog veel werk aan de winkel”, lacht hij en rijdt weg.
Doorpraten
Op Twitter delen Adema’s ministerie en LTO later op de dag vergelijkbare verklaringen. Onderwerpen waarover doorgepraat moet worden zijn, zo blijkt daaruit, de financiering van ecodiensten (inspanningen van boeren voor het landschap en de natuur), de bescherming van boeren die door willen gaan, het mestbeleid, grondgebondenheid (al of niet een maximum aan het aantal koeien per hectare) en een oplossing voor PAS-melders en interimmers.
Dat laatste betreft twee groepen boeren die nog altijd wachten op door de overheid toegezegde legalisering van hun situatie, nadat ze in 2019 bij het vervallen van het oude stikstofbeleid alsnog een natuurvergunning nodig bleken te hebben. LTO heeft een oplossing voor deze boeren steeds als voorwaarde gesteld voor haar handtekening onder een landbouwakkoord. Volgens Adema valt deze kwestie „buiten het landbouwakkoord”, maar zullen zijn ministerie en de boerenorganisaties er „in een separaat traject” over doorpraten.
Van der Tak zegt dat er voor landschapsdiensten „een verdienmodel voor boeren” gemaakt moet worden waarmee ze perspectief krijgen. „En er moet bescherming komen op het punt van mest en grondgebondenheid, zodat boeren niet iedere keer met rechtszaken geconfronteerd worden.” Op deze onderwerpen, en met betrekking tot de PAS-melders, verwacht LTO van het kabinet „echt stappen.”
Rekenen
Tijdens de marathonzitting hebben de onderhandelaars volgens Adema wel een „concept” bereikt, dat voor toetsing wordt doorgestuurd naar het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Ook Wageningen University & Research en het Louis Bolk Instituut (kennisinstituut voor duurzame landbouw) gaan aan het rekenen. In een brief aan de Tweede Kamer schrijft de bewindsman dat de drie kennisinstituten zich buigen over „maatregelen over het ecologisch, economisch en maatschappelijk doelbereik, het verdienvermogen, natuurinclusieve kringlooplandbouw en de biologische landbouw”. Eind mei moeten de beoordelingen van deze organisaties binnen zijn. Intussen wordt verder gesproken. In juni komt de ‘hoofdtafel’ dan weer bijeen, en hoopt Adema op een besluit.
Boerenactiegroepen Agractie, die eerder in het onderhandelingsproces afhaakte, en Farmers Defence Force, die helemaal niet meegepraat heeft, roepen LTO op alsnog uit het overleg te stappen. „Het landbouwakkoord was bedoeld voor perspectief en vertrouwen voor boeren. Maar inmiddels is het verworden tot een dwangbuis die boeren het perspectief ontneemt”, zegt Agractie-voorman Bart Kemp.