De Wilhelminakerk, bruut gesloopt
Hoog rees hij op, de Wilhelminakerk in Rotterdam-Zuid. Hij stond aan de Oranjeboomstraat, toen nog een chique winkelstraat. Vijftig jaar geleden ging hij zonder mededogen tegen de vlakte.
Op de hoek van de Oranjeboomstraat (Rotterdammers hebben het over de Oranjebóómstraat) en de Persoonsstraat in Rotterdam-Zuid ligt een braak stuk grond. Hier verrees tot 1973 in volle glorie de Wilhelminakerk. Nadat de kerk met de grond was gelijkgemaakt, werd er basisschool De Dukdalf neergezet. Die is in 2021 ook gesloopt. Nu ligt er een zandvlakte vol rommel en onkruid. Aan de randen staan een paar containers vol bouwafval.
Op deze plaats moet binnenkort een appartementengebouw komen. Het bijzondere van deze nieuwbouw is dat er op de kop van het gebouw een toren van twaalf verdiepingen komt die herinneringen moet oproepen aan de toren van de Wilhelminakerk.
Omstanders
In een van de nabijgelegen portiekwoningen is een vrouw aan het werk. Joomec, zo heet ze, komt van oorsprong uit Portugal en poetst nu dagelijks de trappenhuizen van de woonblokken aan de Oranjeboomstraat. Weet Joomec nog iets van de kerk die hier ooit stond? „Ik woon dertig jaar in Zuid, heb de kerk dus niet gekend, maar heb er wel iets over gehoord.”
Iets verderop bevindt zich beautysalon Lida. Weet Lida misschien nog van de Wilhelminakerk? Langzaam gaat er iets dagen. „Ik weet dat er over de sloop veel te doen is geweest. En binnenkort beginnen ze daar met de bouw van appartementen.” Twee dames in de beautystoelen knikken. Daar hebben zij ook iets over gehoord. Verder komen ze niet. Het is ook al vijftig jaar geleden.
Veel emotie
Vijftig jaar geleden ging de Wilhelminakerk bruut tegen de vlakte. Geheide Rotterdammers stonden er mistroostig bij te kijken. Alweer werd er zo’n eerbiedwaardig godshuis gesloopt. De emoties liepen hoog op. Het verdroot Rotterdam-Zuid. Een jaar eerder was de markante Koninginnekerk aan de Boezemsingel, na eindeloos getouwtrek, ook al gesloopt. Sommigen hadden nog pogingen gedaan beide kerken te behouden. Evangelist Johan Maasbach had er echt zijn best voor gedaan, en grammofoonplatenhandelaar J.A. Vis ook. Maar nee, beide kerken waren overbodig. Ook de Wilhelminakerk moest echt verdwijnen. De exploitatiekosten liepen maar op en het aantal zondagse kerkgangers bleef maar teruglopen. Er kwamen op ’t laatst op zondag nog geen honderd bezoekers meer. Hoewel, ging er eens een predikant van de Gereformeerde Bond voor, dan zat het gebouw toch best weer aardig vol, met 500 tot 800 mensen. Dat was toch een ouderwetse koppel volk!
De laatste dienst
Op zondag 15 oktober 1972 werd in de Wilhelminakerk de laatste dienst gehouden. De hervormde predikant ds. K.H. Meijer ging voor. Buiten was het een sombere, bewolkte dag. Binnen was de stemming al niet veel beter, maar toch waren de banken weer redelijk bezet. Ds. Meijer preekte over Openbaring 21:22: „En ik zag geen tempel in dezelve.” De predikant noemde de sluiting van de kerk een teken van de getalsmatige achteruitgang van de Nederlandse Hervormde Kerk. Maar het sluiten van de Wilhelminakerk betekende geenszins dat de verkondiging van het Evangelie ophield. „Die gaat gewoon door.”
Toen de puinresten van de Wilhelminakerk waren weggeveegd, werd de naastgelegen pastorie verbouwd en ingericht als kerkzaal. Die kreeg de naam Wilhelminakapel.
Feijenoord
De Wilhelminakerk in de sterk groeiende wijk Feijenoord werd op zondag 27 november 1898 in gebruik genomen als nieuwe wijkkerk van de toenmalige Nederduitsch hervormde gemeente. Rotterdam-Zuid heeft het die zondag geweten! Al in de vroege ochtenduren blies fanfarekorps Obadja triomfantelijke tonen vanaf de torentrans. Ds. W. Astra, predikant van IJsselmonde, sprak die zondagmorgen over 1 Petrus 2:5: „Zo wordt gij ook zelven, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterdom.” Slechts enkele maanden later, op 5 maart 1899, deed de eerste predikant van de Wilhelminakerk intrede, ds. S. Monsma, gekomen uit Well en Ammerzoden.
De Wilhelminakerk was een ontwerp van architect Barend Hooykaas jr. Het was een kolossale zaalkerk, met rondom galerijen, voorzien van ongeveer 1600 zitplaatsen. Na de Laurenskerk en de Koninginnekerk werd de Wilhelminakerk, met zijn 60 meter hoge toren, wat monumentaliteit betreft beschouwd als het derde hervormde kerkgebouw van Rotterdam.
Samenzang
De Wilhelminakerk kreeg niet direct een orgel. De samenzang werd in het begin begeleid door fanfarekorps Obadja. Pas in 1901 kreeg de kerk een tweeklaviers pneumatisch orgel, gebouwd door de Amsterdamse orgelmaker D.G. Steenkuyl. Het had bij de oplevering 27 stemmen. G.H. Vijgeboom, organist van de Oosterkerk, mocht het orgel keuren en hij schreef toen: „Bij een reeks schoone en liefelijke geluiden ontwikkelen de gecombineerde stemmen een groote kracht, die door middel van twee pianotreden kan verminderd worden met al de vulstemmen en tongwerken van het Hoofdmanuaal en Pedaal, terwijl de Crescendokast de stemmen van het Bovenklavier naar welgevallen doet aanzwellen of afnemen tot een fluisterend pianissimo.”
In de jaren voor en na de Tweede Wereldoorlog kreeg het romantische orgel bekendheid door de tweewekelijkse orgelbespelingen van Feike Asma. Door de akoestiek in het kerkgebouw klonk het bescheiden instrument van Steenkuyl als een kathedraalorgel. Bezoekers kwamen vooral voor de koraalbewerkingen van Jan Zwart en Asma zelf. Het liefst hoorden ze ”Ga niet alleen door ’t leven” en ”Scheepje onder Jezus’ hoede”, en vooral natuurlijk ”De Heer’ zal opstaan tot de strijd”.
Die concerten waren geliefd bij de gereformeerde jongelui uit de omtrek. Mochten ze op zaterdagavond tenminste ook eens de deur uit.
Schipperskinderen
Oud-Rotterdammers weten zich ook nog steeds koorconcerten te herinneren van het gemengde koor Vox Jubilans onder leiding van Marinus Egbers, en van het Kamper mannenkoor ”Door Eendracht Verbonden” van Klaas Jan Mulder. Anderen weten nog te vertellen over de stampvolle kerstfeestdiensten voor schippersgezinnen in de jaren zestig. Voorganger was dan ds. A. van der Most, schipperspredikant in dienst van de hervormde gemeente te Rotterdam. Koos Bons uit Maassluis zat dan achter de klavieren.
Bij de sloop van de Wilhelminakerk verhuisde een groot deel van het pijpwerk van Steenkuyl naar Veenendaal, waar het werd gebruikt in het nieuwe Vierdagorgel in de Oude Kerk.
De Wilhelminakerk is geschiedenis geworden. Hoe hebben ze ’m ooit durven slopen.
Aad Alblas, Rotterdam
Henk C. de Gelder, Nieuw-Beijerland
Piet Lindenberg, Zoetermeer