Buitenlandaardbeving turkije

Duitse baptisten bouwen tenten in aardbevingsgebied: Liefde van Christus dringt ons

Terwijl veel grote noodhulporganisaties vertrokken uit het aardbevingsgebied in het oosten van Turkije, gaan lokale kerken –gesteund door buitenlandse vrijwilligers– door met het verlenen van noodhulp. „De liefde van Christus dringt ons.”

15 May 2023 17:59Gewijzigd op 16 November 2023 09:00
Drie maanden na de verwoestende aardbeving van begin februari, die in heel Turkije aan ruim 50.000 mensen het leven kostte, is het centrum van Antakya nog steeds een puinhoop. De achtergebleven bewoners bivakkeren nog altijd in tenten. beeld AFP, Ozan Kose
Drie maanden na de verwoestende aardbeving van begin februari, die in heel Turkije aan ruim 50.000 mensen het leven kostte, is het centrum van Antakya nog steeds een puinhoop. De achtergebleven bewoners bivakkeren nog altijd in tenten. beeld AFP, Ozan Kose

Het opzetten van de noodtent heeft soms wat weg van een Babylonische spraakverwarring. „Hier moet een knoop gelegd worden. Hoe zeg je dat in het Engels?”, klinkt het in het Duits. Dan weer vallen er Hongaarse en Arabische woorden. Er blijkt gezocht te worden naar een houweel, maar hoe maak je dat duidelijk?

Het gemêleerde gezelschap van vrijwilligers is op pad om namens de lokale protestantse gemeente in Antakya –het oude Bijbelse Antiochië– tenten op te zetten voor een ontheemde Turkse familie. Drie maanden na de verwoestende aardbeving van begin februari, die in heel Turkije aan ruim 50.000 mensen het leven kostte, wonen de achtergebleven inwoners nog steeds in tenten.

19317823.JPG
Buiten het kamp van de kerk is het een komen en gaan van mensen. Buurtbewoners halen er noodpakketten op. beeld RD

Ondanks de taalbarrière monteren de vrijwilligers de tent in zo’n 35 minuten. Aan de basis van het onderkomen ligt een roestbruin gebogen frame. Met een grote zwaai brengen ze verschillende lagen isolatie- en tentdoek aan, om het met een touw vast te snoeren. Dan wordt het geheel opgetild en op poten gezet. Geen haringen, maar brokken puin van ingestorte gebouwen moeten er voor zorgen dat de tent ook bij harde wind overeind blijft staan.

Spontaan

„Het is vooral de taal die het lastig maakt”, zegt Jonas Dück (17). De tiener maakt deel uit van een groep van vijf vrijwilligers uit een baptistengemeente in Waldbröl, nabij Keulen. Het is inmiddels de derde ploeg leden die naar stad in het zuidoosten van Turkije is afgereisd om via de lokale protestantse kerk –de Antakya Mesihçiler Kilisesi– te helpen bij het verlenen van noodhulp.

In de kleine week dat hij in Antakya is, raakte de nood van de Turkse bevolking in het aardbevingsgebied Jonas diep. „Als je ziet hoe het centrum van de stad in puin ligt. In twee minuten raakten deze mensen alles kwijt. Ze hebben niets meer. Het is indrukwekkend om de verhalen van de inwoners te horen.”

19317820.JPG
Jonas Dück. beeld RD

Wat beweegt hem om naar Turkije te komen? Jonas denkt even na. „Die Liebe Christi drängt uns”, klinkt het spontaan in Duits. Een van de groepsleden is hem voor. „De Bijbel zegt ons dat we mensen in nood moeten helpen”, vult Jonas aan. „Stel dat iemand geen kleren of eten heeft en we zouden hem alleen maar het goede toewensen, dat heeft toch geen nut?”, verwijst hij naar Jakobus 2 vers 15 en 16.

Arabisch gebed

Vanuit de opening van een al eerder opgebouwde tent kijkt Itir Çiçek toe. „We verblijven hier al sinds de dag van de aardbeving”, vertelt ze met behulp van een vertaalapp. De kleuterjuf woont samen met haar verloofde, haar ouders, broer en grootouders op het terrein, waar al vier tenten staan opgetuigd. „We sliepen toen de aardbeving begon. Het duurde voor ons gevoel ontzettend lang. Mijn verloofde is zijn ouders verloren, onze huizen zijn we kwijt.”

Toen ze van vrienden hoorde dat ze via de kerk een tent kon krijgen, meldde ze zich direct. „We zijn ontzettend dankbaar dat dit voor ons gedaan wordt.” Als het laatste touw is vastgesnoerd, verschijnt haar vader met kartonnen bekertjes dampende thee en flesjes water. Gekrulde sinaasappelschillen –afkomstig uit een glazen weckpot vol suikerwater– vinden gretig aftrek bij de vrijwilligers.

Die kijken na een korte pauze nog eens op hun horloge. Het doel is om vandaag ten minste tien tenten neer te zetten, op verschillende locaties in de stad. „Doe je nog een gebed, Antoine?” De 45-jarige Libanees knikt. De vrijwilligers vormen een kring tussen de noodtenten. Van het Arabische gebed verstaat de rest van de hulpploeg geen woord, maar de islamitische familie des te meer.

Wat hij gebeden heeft? „Dat ze Jezus liefde mogen leren kennen”, licht Antoine Abou Haidair toe op weg naar de volgende locatie. „Dat Hij in hun hart mag wonen.”

19317822.JPG
Met een grote zwaai brengen de vrijwilligers verschillende lagen isolatie- en tentdoek aan. beeld RD

Bang dat zulke woorden op weerstand stuiten, is Haidair niet. „Maar we zijn natuurlijk voorzichtig. We beginnen niet gelijk over Jezus. We zijn hier allereerst om tenten op te zetten. In dit geval zijn we door deze mensen zelf gevraagd om dat te doen. Eigenlijk hoeven we niet eens te praten. Door simpelweg hulp te verlenen, tonen 
we al iets van de liefde van Christus.”

Kwik

Aan het einde van de morgen keert de groep terug naar het kamp van de protestantse kerk, een paar kilometer ten zuiden van het centrum van Antakya. Op een bed van grind staat een handvol units en noodtenten, die plaats bieden aan zo’n dertig vrijwilligers. Een van de containerwoningen is het onderkomen van pastor Hamdullah Akin en zijn vrouw Yeni Elmas. Niet alleen de gehuurde kerk, maar ook hun huis is ingestort.

Ze hebben plaatsgenomen onder een schaduwdoek om te ontsnappen aan de brandende zon. Na een koude en regenachtige periode tikt het kwik inmiddels de dertig graden aan. „En dan moet de zomerhitte nog komen”, verzucht Elmas, die meestal het woord voert. Het echtpaar peinst er echter niet over om te vertrekken. Al hun tijd wordt opgeslokt met het op touw zetten van hulpprojecten.

Ze staan voor grote uitdagingen. „Op dit moment zitten we dringend verlegen om woonunits”, zegt Elmas. „Ze zijn steviger en duurzamer dan tenten.” Ook de vraag naar voedsel blijft groot. „Veel mensen hebben alles verloren. Ze hebben geen baan meer, dus ook geen inkomen. Hoe komt er dan nog eten op tafel?”

De tel kwijt

Buiten de poort van het kamp is het een komen en gaan van mensen. Buurtbewoners halen er pakketten met houdbaar voedsel, flessen water en sanitaire spullen op. Een moeder met een klein kind op de arm krijgt een blik poedermelk mee. Niemand vertrekt met lege handen.

„We verlenen op dit moment hulp aan zeker 10.000 mensen”, zegt Elmas. „Alleen al 1600 families meldden zich aan voor onze voedseldistributie.” Daarnaast zette de kerk inmiddels honderden tenten op in het aardbevingsgebied. Exacte aantallen heeft ze niet. „We zijn de tel kwijtgeraakt.”

19317821.JPG
In pannen van zeker een meter doorsnee staat pruttelt zo’n 25 kilogram eten op het vuur. beeld RD

Het kamp van Elmas is een van de vijf plaatsen in Antakya en omgeving waar Turkse protestantse kerken actief zijn. Een van die bevindt zich in het centrum van de geruïneerde stad en wordt gerund door de protestantse kerk van Izmir. Hoewel de gemeente hemelsbreed ruim 800 kilometer ten westen van het rampgebied ligt, was de kerk binnen 48 uur in het gebied actief, zegt Paul Sinkuc, die de hulp coördineert. „Ik arriveerde kort daarna. De eerste dagen moesten we in een auto slapen.”

Etensgeur

Inmiddels is ook hier een kamp opgebouwd. Op het terrein van een verlaten autobedrijf staan vijf tenten. Die bieden plaats aan zo’n veertig vrijwilligers, hoewel niet alle bedden bezet zijn. Aan de overkant van de drukke doorgaande straat staat een 50 meter lange tent.

De etensgeur verraadt al van een afstand dat het om een gaarkeuken gaat. Zeker tien vrijwilligers snijden onder leiding van een kok groenten. In pannen van zeker een meter doorsnee pruttelt zo’n 25 kilogram eten op het vuur. Buiten de tent staat een rij met mensen te wachten om aan de tafels in het eetgedeelte plaats te nemen.

„Met onze gaarkeuken voorzien we een kleine 1000 mensen drie keer per dag van een maaltijd”, zegt Sinkuc. In eerste instantie deelde de kerk voedsel uit in meerdere buurten. „Maar dat werd ons te veel. Nu delen we alleen voedsel uit in deze buurt. We proberen nog zo’n 500 families te voorzien van een maandelijks pakket met voedsel, water, hygiëne-artikelen.”

De dienstbare houding van de eerste christengemeente in Antakya droeg bij aan de groei van de kerk in dit gebied, weet een van de vrijwilligers. „Hoe bijzonder is het dat wij als christenen in deze tijd hetzelfde mogen doen.” Ondanks de taalbarrière spreken deze christenen toch dezelfde taal.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer