Nederland maakt een strategisch verkeerde economische keuze
Zorgwekkend. Zo noemt het Nederlandse ministerie van Financiën de Duitse opstelling in het debat over de Europese begrotingsregels. In de kern zegt Duitsland: je moet je overheidsfinanciën gezond houden en, als die niet gezond zijn, binnen een redelijke termijn gezond maken.
Dat is een verstandig geluid. Niet om een of andere ideologische reden maar simpelweg omdat de economische geschiedenis ons leert dat gezonde overheidsfinanciën via lage inflatie, lage rentes en hoge economische groei en innovatie, zorgen voor politieke, maatschappelijke en economische stabiliteit. Dat landen als Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk en Nederland al decennialang ijzersterke en rijke economieën zijn, komt niet doordat in al die landen Duits(-achtig) wordt gesproken maar omdat al die landen een hele lange historie hebben van gezonde staatsfinanciën en streven naar een sterke munt en lage inflatie (die drie gaan samen overigens).
Welvaartsniveau
Het zijn die financieel-economische normen en waarden die ervoor hebben gezorgd dat het welvaartsniveau in die landen hoog is, net als in bijvoorbeeld Scandinavië. Vergelijk dat met landen zoals Griekenland of Italië. Ook hiervoor geldt dat het géén toeval is dat die landen relatief arm zijn en continu in problemen zitten; dat is het gevolg van een lange historie van gebruik van een economisch model met in de kern ideeën als ”een zwakke munt is beter dan een sterke”, ”hogere inflatie is beter dan een lagere” en ”begrotingstekorten en hoge staatsschuld is beter voor een economie dan gezonde overheidsfinanciën”. Een zwakke munt en hoge inflatie maken landen niet rijker of welvarender maar armer, zo laat de economische en monetaire geschiedenis ondubbelzinnig zien. De bodem waar een munt zwak wordt en hoge inflatie de regel, is eentje van niet gezonde overheidsfinanciën.
Gulden
Terug naar ons land. Nederland heeft zijn gulden begin jaren 80 vastgeklonken aan de D-mark. De reden: we gingen een ander beleid voeren dan Duitsland in de jaren 70 en dat kwam ons duur te staan. De gulden verloor één vijfde van zijn waarde en de Nederlandse inflatie kwam met regelmaat boven de 10 procent uit (in Duitsland gebeurde dat niet). Ook ons begrotingsbeleid gingen we modelleren op het Duitse.
Het gevolg: laagste rentes van Europa en een sterke en stabiele gulden. Bedrijven werden daardoor gedwongen continu te blijven innoveren (ze kregen geen hulp uit de wisselkoershoek) waardoor innoveren in het DNA van de Nederlandse economie ging zitten. Lage rentestanden hielpen daar natuurlijk ook wel bij.
Ik heb al een lange tijd het gevoel dat Nederland Duitsland, op monetair gebied, tot op zekere hoogte heeft laten vallen. Nu gebeurt dat blijkbaar ook met betrekking tot begrotingsbeleid. Dát is écht zorgwekkend te noemen, niet de Duitse opstelling in de Europese begrotingsregeldiscussie.
De auteur is hoofdeconoom bij OHV Vermogensbeheer.
> rd.nl/grootgeld