Van Ardenne: Grote zorgen vluchtelingen Zuid–Sudan
Minister Van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) maakt zich grote zorgen over de vluchtelingensituatie in het zuiden van Sudan. Dat liet zij vrijdag weten na afloop van haar bezoek deze week aan het Afrikaanse land.
Met het vredesakkoord tussen de regering in het noorden van Sudan en de rebellen in het zuiden is de verwachting dat drie tot vier miljoen mensen terugkeren naar de gebieden die ze zijn ontvlucht. Vaak is daar weinig meer over van de voorzieningen voor eerste levensbehoeften.
Specifieke nood verwacht rebellenleider Garang voor 30.000 Zuid–Sudanezen, die als slaaf werkten bij Arabische stammen en nu terugkeren naar hun dorpen ten noorden van Rumbek, de belangrijkste stad in het zuiden van Sudan. Volgens Van Ardenne, die het gebied deze week bezocht, is daar praktisch niets. Geen water, geen voorzieningen, geen onderwijs.
De minister heeft Garang, de leider van de regering in het zuiden, beloofd te onderzoeken hoe Nederland kan helpen met het verbeteren van de situatie in Zuid–Sudan. Voor de contacten met de regering in Rumbek heeft Nederland samen met de Britten een diplomatieke post opgezet. De diplomaten onderhouden ook contact met hulporganisaties en lokale Sudanese organisaties.
Van Ardenne bracht de afgelopen dagen in de hoofdstad Khartum de boodschap over dat de 100 miljoen euro die Nederland klaar heeft liggen voor de wederopbouw van Sudan, pas vrijkomt als het geweld in de westelijke regio Darfur stopt.
Volgens de woordvoerster van de minister was dat voor menig gesprekspartner „een bittere pil. De minister kan het de Nederlandse belastingbetaler niet uitleggen als zij geld zou geven aan de regering van Sudan, terwijl het geweld in Darfur doorgaat", aldus de woordvoerster. Overigens geeft Nederland wel geld voor de bestrijding van directe humanitaire nood.