Confessionele Beweging in PKN: Respect voor traditie in kerk van belang
Waar staat de Confessionele Beweging in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) voor? En heeft ze nog toekomst? Daarop bezon de organisatie zich dinsdag in Nijkerk. „Verzoening door voldoening: prediken we dat nog?”
Bijna vijftig aanwezigen vullen dinsdagmiddag de zaal van vergadercentrum De Schakel in Nijkerk. In aansluiting op de ledenvergadering in de ochtend bezinnen ze zich tijdens de conferentie ”Wie zijn wij?” op het bestaansrecht van de Confessionele Beweging (CB), die 1445 leden telt.
De CB ontstond in 2020 door het samengaan van twee organisaties: de Confessionele Vereniging, die in 1864 door onder anderen Groen van Prinsterer werd opgericht binnen de Nederlandse Hervormde Kerk, en het Confessioneel Gereformeerd Beraad, dat in 1973 binnen de Gereformeerde Kerken in het leven werd geroepen. Sinds 2004 maakten beide deel uit van de Protestantse Kerk in Nederland.
„Een paar jaar geleden zijn we gefuseerd. Zou de volgende stap niet moeten zijn om onszelf ter ziele te laten gaan?” vroeg ds. Yorick Breemes zich af. Tijdens een prikkelende introductie van het thema van de conferentie sprak de predikant van de gereformeerde kerk Hollandscheveld Nieuwlande-Geesbrug een fictieve „grafrede” uit bij het einde van de CB, bedoeld als „denkoefening”. „Trekken we de stekker eruit of geloven we dat de Geest de beweging nog kan beademen?”
Vrolijk orthodox
Ds. Breemes, opgegroeid in Rijssen, vertelde dat hij als bachelorstudent „de weg vond naar het studiefonds van de Confessionele Vereniging”. Tijdens zijn studie theologie in Groningen werd hij in 2014 lid van deze vereniging. Hij zei, na een persoonlijke zoektocht, „van harte confessioneel” te zijn of, zoals hij het liever noemt, „vrolijk orthodox”.
De Drentse predikant wees op het belang van „respect voor de traditie, voor de Schrift”. Als de kerk haar „historische schatten overboord gooit, verwordt ze tot een sociale club”. Wil je als kerk bestaansrecht hebben, dan moet je „bij je eigen schatten blijven”, aldus de spreker. „Ik vind het voor mezelf bevrijdend dat ik niet alles zelf hoef te bedenken. Er is ook iets van rusten in de traditie.”
Ds. Regine Agterhuis, predikant van de gereformeerde kerk in Ottoland, noemde in haar inleiding subjectivisme een kenmerk van deze tijd. „Iedereen moet zijn eigen waarheid ontdekken.” Daartegenover plaatste ze „het objectieve heil, gefundeerd in Christus”. „Niet het subject staat centraal, dat voor zichzelf goed en kwaad mag bepalen en dat eigenlijk ook niet verlost hoeft te worden, maar Christus staat centraal. De Christus-gerichtheid is steeds meer het hart geworden van onze Confessionele Beweging.”
De predikant zei dat de CB „respect” heeft voor de traditie, maar „niet statisch” is in haar denken. Ze gaf aan dat de leden niet overal hetzelfde over denken en zei er geen sprake is van ”identity markers”, zoals „het op een bepaalde manier zingen van de psalmen”. Ze noemde „tot nadenken stemmen” als functie van de beweging binnen de kerk. „Het is belangrijk dat we zichtbaar en hoorbaar aanwezig zijn.”
Fronten
Dr. Wim de Bruin, predikant van de hervormde gemeente in Bleiswijk, ging in op de vraag ”Wat zijn onze fronten in de 21 eeuw?” Hij belichtte vijf thema’s, waaronder ”therapeutische geloofsbeleving”. Daarbij gaf hij aan dat mensen God vooral zien als „de Therapeut, de grote Verzorger”.
Recent maakt hij het mee dat ouders moeite hadden met de zinsnede ”Wij allen delen in zonde, schuld en oordeel” in het doopformulier. De predikant stelde dat het „puur therapeutische” beeld van God niet voldoet en wees op „het Bijbelse getuigenis over zonde en genade, een God Die een geding heeft met een afdwalende wereld, met afdwalende mensen”.
Ds. De Bruin stond ook stil bij ”verzoening”. „Verzoening door voldoening: prediken we dat nog? Dat hoort bij de kern van het Evangelie, evenals die persoonlijke oproep: Laat u met God verzoenen.”
Israël
Na een bespreking in groepjes kwamen tijdens een afsluitend panelgesprek met onder anderen de drie sprekers diverse thema’s aan de orde. „Hoe is onze huidige relatie met de Gereformeerde Bond?” wilde ds. Dirk van Duijvenbode (Hoek van Holland) weten. „Ik zie de Bond niet als een front, beslist niet, maar het contact is verwaterd”, zei CB-voorzitter dr. Jurrien Mol.
Een van de groepen bracht naar voren dat het thema ”Israël” bij de CB „nogal gemist wordt”. „Dat ligt natuurlijk heel dicht bij ons belijden”. Een andere aanwezige noemde de aandacht voor Israël „heel sterk verwaterd”. „Van de steun die wij eerder aan Israël gaven, is helemaal niets meer over.”
Tweede voorzitter ds. Dick Westeneng wees er in een reactie onder meer op dat er in Confessioneel Credo, het orgaan van de CB, regelmatig over Israël geschreven wordt, „maar misschien niet altijd zoals bepaalde mensen dat willen. We zoeken daarin de breedte.”
Tijdens het panelgesprek kwam ook de eerder gestelde vraag terug of de CB toekomst heeft. „Laten we de stekker er niet uit trekken”, concludeerde emeritus predikant ds. Herbert Wevers vanuit de zaal. „Als ik hier vanmiddag hoor dat Christus centraal staat, heb ik hoop voor de toekomst.”