Dollar heeft invloed op ieders portemonnee
Wie vandaag de dag naar de Verenigde Staten gaat, treft het. De dollar is de laatste tijd ten opzichte van de euro flink in waarde gedaald en dat maakt een verblijf ginds goedkoper. Alles wat we er besteden, van een hotelovernachting tot een kop koffie, kost omgerekend in ons eigen betaalmiddel minder. We hoeven trouwens niet eens de oceaan over te steken om van het effect te profiteren. De benzineprijs bijvoorbeeld valt hier lager uit doordat ruwe olie wordt verhandeld in dollars; en dit laatste geldt voor veel geïmporteerde grondstoffen en producten. De Amerikaanse munt heeft op die manier invloed op ieders portemonnee.
Een euro noteert nu rond 1,10 dollar. Dat was niet lang geleden anders. Afgelopen augustus zakte de wisselkoers tot onder de zogeheten pariteit, een verhouding van een-op-een. Die situatie was sinds 2002, toen we in de eurozone de monetaire unie voltooiden, niet voorgekomen. Op het dieptepunt lag de ruilvoet in de buurt van 0,96. Daarna keerde het tij en steeg die met inmiddels zo’n 15 procent.
De dollar heeft na de Tweede Wereldoorlog een centrale rol gekregen binnen de mondiale economie. Het merendeel van de internationale goederentransacties wordt nog steeds ermee betaald. Denk aan, wat we al noemden, olie. Ook in de financiële wereld sluiten partijen contracten zoals leningen veelal af in deze valuta. Het betekent dat de koers ervan erg belangrijk is. Die kan grote mee- en tegenvallers veroorzaken. Ze vormt bij zakendoen op langere termijn altijd een risico. Armere landen lenen doorgaans in dollars. Als de waarde daarvan stijgt, worden rente en aflossing voor de betrokken overheden duurder en dat leidt niet zelden tot problemen.
Toen vorig jaar de inflatie overal door het dak schoot, kondigde de Federal Reserve (Fed) als eerste stevige rentestappen af. De hogere tarieven maakten het voor beleggers aantrekkelijk om tegoeden aan te houden in de VS. Het zorgde voor een grotere vraag naar dollars en dat dreef de koers op. Andere factoren deden ook een duit in het zakje. Zo was de verwachting dat vooral de Europese economie schade zou ondervinden van de oorlog in Oekraïne. Voeg daarbij dat de dollar in onzekere tijden traditioneel als veilige toevluchtshaven fungeert, dat dan Amerikaanse staatsobligaties in trek zijn, en het valt te begrijpen dat de waarde van deze munt opliep.
Op dit moment zien we een bijgesteld beeld. De Europese Centrale Bank (ECB) voert met zijn verkrappend beleid een inhaalslag uit en de economie in het eurogebied blijft redelijk overeind. Geen recessie tot dusver. Het bevordert het herstel van de koopkracht van de euro. Dat is goed nieuws. Niet alleen voor de toerist naar de VS, want een zwakkere dollar draagt ook bij tot het terugdringen van de inflatie. Je mag er immers op rekenen dat goedkopere importen zullen worden doorberekend aan de afnemer. Laten we dus maar hopen dat de euro verder aansterkt. De kans daarop groeide deze week in ieder geval: de Fed kondigde een pauze aan in de reeks van renteverhogingen, terwijl de ECB liet weten nog niet klaar te zijn met de rit naar boven.
De auteur is oud-redacteur economie van het RD.