BuitenlandOntbossing Amazone

Colombianen gaan ontbossing Amazone te lijf

Extensieve veehouderij is de belangrijkste oorzaak van ontbossing in de Amazone, met dramatische gevolgen voor natuur en klimaat. Dat kan anders, vindt de kerk in Caquetá, Colombia.

Ynske Boersma
29 April 2023 19:14
Boer en projectmedewerker Diego Gómez tussen de nieuwe gewassen. beeld Ynske Boersma
Boer en projectmedewerker Diego Gómez tussen de nieuwe gewassen. beeld Ynske Boersma

Het is twaalf uur. Een groepje koeien dringt samen onder een boom, beschutting zoekend tegen de ongenadig hete middagzon. Het is de enige boom op de uitgestrekte, heuvelachtige grasvlakte, die nog het meeste wegheeft van een Afrikaanse savanne.

We zijn in Caquetá, een departement in het zuiden van Colombia, op de kruising van de Andes en de Amazone. Tot halverwege de vorige eeuw was dit departement, met een oppervlakte van twee keer Nederland, nog één groot tropisch Amazonewoud. Maar van dat bos is nog maar weinig over: de bomen maakten plaats voor gras en koeien.

„Toen mijn vader hier vijftig jaar geleden arriveerde, was dit allemaal oerwoud”, zegt Omar Cerquera (53), eigenaar van een boerderij van 36 hectare in de gemeente Morelia. „Maar hij heeft bijna geen boom laten staan. Kappen en verbranden, was de gedachte in die tijd. Hoe kaler het land, hoe beter, want een boom zou het gras maar verpesten.”

De meeste bewoners van Caquetá stammen af van kolonisten uit andere delen van Colombia, zoals de vader van Cerquera. Op zoek naar een betere toekomst –en weg van het geweld dat sinds de jaren 50 het land teisterde– vestigden ze zich in het nog ongerepte Caquetá, waar de overheid hun groen licht gaf om het Amazonewoud te ontbossen voor de veeteelt.

Grote delen van het departement zijn sindsdien getransformeerd in extensieve veehouderijen van elk tientallen tot honderden (en soms duizenden) hectaren groot. Dat heeft vergaande gevolgen voor de natuur en het klimaat. Niet alleen komen bij het kappen en in brand steken van de bossen grote voorraden CO2 vrij, ook het grasland zelf draagt bij aan de opwarming van de aarde. Waar het dichte regenwoud de warmte van de zon opneemt, kaatst de kale grasvlakte die terug.

Minder koeien

Daarbij is het ecosysteem van de Amazone ongeschikt voor extensieve veeteelt, waardoor het op de lange termijn weinig oplevert. De kap van het woud doet waterbronnen in het gebied opdrogen, en ook de regens blijven steeds langer uit – tot wanhoop van de boeren. Cerquera, een kleine man met een snor en een huid getaand door het leven op het land, wijst naar zijn uitgedroogde en platgetrapte grasvlakte, die bruine plekken vertoont. „Er is niet genoeg te eten voor mijn koeien”, verzucht de boer. „En geld voor kunstmest en tractoren om dit land weer productief te maken heb ik niet.”

19258801.JPG
Omar Cerquera in het bos dat hij liet terug groeien. beeld Ynske Boersma

Het huidige model van extensieve veeteelt richt dus niet alleen schade aan de natuur aan, maar is op de lange termijn ook weinig rendabel voor de boeren. Daar is Cerquera het levende voorbeeld van. Ondanks de 36 hectare die hij bezit, kan zijn familie nauwelijks rondkomen van de veeteelt. Zijn dochter en schoonzoon werken daarom op een andere boerderij.

De Vicaría del Sur de la Arquidiócesis de Florencia, de sociale organisatie van de Rooms-Katholieke Kerk in het zuiden van Caquetá, leert Cerquera hoe het anders kan. Met steun van deze kerkelijke organisatie stapten hij en zijn vrouw Maria Concepción over op een duurzamer model voor landbouw en veehouderij, in harmonie met het ecosysteem van de Amazone. Zo verkleinden ze hun veestapel tot dertig koeien, plantten rijen bomen om het land in kleinere weidegronden te verdelen, en lieten ze op zes hectare van hun land bomen terugkeren. Daarbij verbouwen ze nu hun eigen biologische voedsel in een moestuin.

Finca Amazónica (”Amazone-boerderij”) heet het project waarmee de Rooms-Katholieke Kerk in het zuiden van Caquetá boerenfamilies helpt met het verduurzamen van hun boerderijen. Sinds 2006 namen meer dan 700 families deel aan het programma. Het idee is dat de boeren leren om een biologisch boerenbedrijf op te zetten, met behoud van het ecosysteem. Door het integreren van bosbouw, landbouwproductie en veeteelt krijgt de natuur de kans om zich te herstellen, wat ook de productie van de boer ten goede komt. Omdat de boeren kolonisten en ontheemden uit andere regio’s zijn, ontbreekt die kennis bij hen doorgaans.

Bijen

„Het ecosysteem van de Amazone is kwetsbaar”, zegt Agripino Lara, leider van het project. „De laag organisch materiaal van de bodem is erg dun –slechts 12 centimeter– en raakt daarom snel uitgeput door veehouderij of landbouw met monoculturen. Zo gaat het gras maar een paar jaar mee, en is het gevoelig voor plagen die het verwoesten.”

„De Amazone is bedoeld om een bos te zijn”, concludeert Lara. „Daarom is er een integraal model van boslandbouw nodig, met bomen en gewassen die de bodem herstellen. Zonder kale grasvlaktes, maar met kleine weidegronden omzoomd door bomen en gewassen, die afgewisseld worden onder de dieren om overbegrazing te voorkomen.”

Dat klinkt logisch, maar in de praktijk blijkt het lastig om een cultuurverandering teweeg te brengen onder de boeren. „Het idee is dat vee geld oplevert, en ze dus zo veel mogelijk land en dieren moeten hebben. Maar ze begrijpen niet dat ze daarvoor het grondgebruik moeten verbeteren”, zegt Lara.

„Pas nu zien we in welke schade we aanrichten”, stelt Maria Concepción Chavaro (51). „En dat we de natuur moeten beschermen. De Vicaría heeft ons gemotiveerd om het over een andere boeg te gooien.” Ze wijst naar het stuk grond naast het eenvoudige houten huis van de familie, waar rondom de rij jonge fruitboompjes die het land nu in tweeën deelt, gewassen als cassave, bonen, en pompoenen zijn geplant. Al die bomen en gewassen helpen de grond te herstellen, en geven tegelijkertijd de families te eten. Ernaast bevindt zich een moestuin en een kas waar Chavaro aromatische planten, komkommers en tomaten verbouwt voor de eigen consumptie.

Verderop groeit een bos op het land dat Cerquera ongemoeid heeft gelaten. Aan de rand is inmiddels een tiental nesten van wilde bijen verschenen, een teken dat het goed gaat met de natuur. Het contrast met het kale grasland elders op zijn boerderij is groot. „Alles wat je hier ziet, was weidegrond waar niets meer groeide. We zijn de kerk erg dankbaar voor haar hulp”, zegt Cerquera.

Tropische vruchten

Het behoud van het Amazonewoud is een van de drie belangrijkste pijlers van de kerk in Caquetá, naast geloof en leven. De drie pijlers zijn volgens Lara onlosmakelijk met elkaar verbonden. „Als kerk willen wij dat deze boerenfamilies onder de beste omstandigheden leven. Dat houdt in dat we het water moeten beschermen, de grond verbeteren, de zaadjes behouden en geen pesticiden gebruiken. Het geloof en het leven gaan hand in hand met elkaar. Daarom verdedigen we het water, de zaadjes en het bos, vanuit het Woord van God.”

Diego Fabían Gómez (44), boer en medewerker van het project, vertelt hoe in de loop van de jaren de sociale en profetische componenten van de kerk met elkaar verweven zijn geraakt. „Aanvankelijk was ik alleen geestelijk raadgever van de christelijke gemeenschap, zonder sociale rol”, vertelt hij. „Maar in 2009 besloot de organisatie om de drie pijlers tot leidraad van al haar projecten te maken, waaronder de Amazone-boerderij. Sindsdien sta ik de gemeenschappen op sociaal vlak bij, maar wel vanuit het oogpunt van het geloof. Wanneer we bijvoorbeeld een waterleiding aanleggen, vertel ik daar een Bijbels verhaal bij dat met water heeft te maken.” Ook volgens paus Franciscus gaan de bescherming van de mens en het ecosysteem van de Amazone samen. „Ik droom van een Amazone die angstvallig waakt over de overweldigende natuurlijke schoonheid die haar siert, over het uitbundige leven dat haar rivieren en oerwouden vult”, schreef de paus in zijn exhortatie ”Geliefde Amazone” uit 2020.

In de gemeente Santiago de la Selva is eveneens vrijwel niets meer over van het Amazonewoud dat de heuvels ooit sierde. De boerderij van Lucio Loaiza (75) vormt de uitzondering in het kale landschap. Sinds tien jaar neemt hij deel aan het project Amazone-boerderij. Langs de weggetjes en weiden van zijn 120 hectare land staan nu rijen palmbomen en andere boomsoorten die een welkome schaduw bieden voor de hitte. Op vijftien hectare voormalig weideland groeit weer een dicht bos. Tussen die natuurlijke begroeiing plantte Loaiza cacao- en copoazubomen: tropische vruchtensoorten die van nature in de Amazone voorkomen en een extra bron van inkomsten genereren voor de boeren.

„De zaadjes van deze Amazone-cacaoboom kreeg ik van de Vicaría”, zegt Loaiza, terwijl hij trots een vrucht opensnijdt. „Het project heeft ons de ogen geopend. Dat we bomen moeten planten om onze waterbronnen te beschermen, omdat die anders opdrogen. Dat we dit alles aan God te danken hebben. Het is het land dat God ons heeft gegeven, en dat we moeten beschermen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer