Prof. Ouweneel: Vergissing te denken dat christen jood niet nodig heeft
Christenen en Joden hebben allebei een blinde vlek, meent prof. dr. Willem Ouweneel. „Die van de Joden is Jezus; die van de christenen Israël.” Vrijdag verscheen nieuw werk van zijn hand over het jodendom.
Een drietal boeken is vrijdag gepresenteerd in het gebouw van Christenen voor Israël in Nijkerk. Uitgever Cees Scholten bood ze aan dr. Willem Ouweneel aan, emeritus hoogleraar systematische theologie aan de Evangelisch Theologische Faculteit te Leuven.
De evangelische theoloog heeft meer dan 200 publicaties op zijn naam staan, sommige samen met anderen, waaronder Bijbelverklaringen. De nieuw verschenen trilogie is ook een verklaring. Dr. Ouweneel schreef over drie onderwerpen: de Sjechinah, de Torah en de Messias.
Wonder
De auteur noemde zijn boeken „vernieuwend. De onderwerpen zijn belicht vanuit een Joods en een christelijk perspectief. Veel christelijke theologen denken dat men de Joden niet nodig heeft, maar dat is een vergissing.”
Hij noemde het, met een verwijzing naar het 75-jarig bestaan, een wonder dat de staat Israël nog bestaat, maar eveneens dat het jodendom er nog is. „Dat is Gods werk geweest. Als alle Joden in het begin van onze jaartelling het christendom hadden aangenomen, was er niets meer over geweest van de Joodse identiteit. Dan kon God zijn nog uitstaande beloften aan het Joodse volk ook niet vervullen.”
Hij noemde ook een andere mogelijkheid, namelijk dat het Joodse volk zijn identiteit niet had behouden. „Als het in al die eeuwen niet had vastgehouden aan de besnijdenis, de sabbat, de spijswetten en de andere regels en was opgegaan in de volkerenwereld, kon God Zijn beloften aan Zijn volk ook niet vervullen.”
Vervangingstheologie
In alle eeuwen zijn er, aldus dr. Ouweneel, „te midden van het antisemitisme en de vervangingstheologie in de christelijke kerk rechtvaardigen geweest”. Jezus zou zich, volgens de theoloog, als Hij in een Joods getto „in de geest om een hoekje had gekeken” daar meer thuis hebben gevoeld dan in een kerk met de vervangingstheologie.
Daarop vroeg hij zich af „of we bereid zijn van het jodendom te leren”. Dat moest dan niet gebeuren zoals in de Middeleeuwen in Spanje. „Christenen organiseerden toen disputen tussen Joden en christenen. Ze rekenden erop dat zij zouden winnen. Joden konden vaak beter discussiëren en dan dolven de christenen het onderspit. Dat was niet de bedoeling.”
Een Joodse denker in die tijd was rabbi Joseph Albo (ca. 1380-1444) die deelnam aan de beroemde Disputatio van Tortosa in 1413-1414. De rabbi zag drie grondslagen voor het Joodse geloof. Dat was in de eerste plaats het geloof in God, de heerlijkheid van God en Zijn manifestatie daarvan op aarde. De tweede was de openbaring van God aan Zijn volk (de Torah). De derde was het geloof in de voorzienigheid van God, uitlopend op de komst van de Messias, als het Licht der volken.
Overeenkomsten
Dr. Ouweneel: „Zowel jodendom als christendom is niet denkbaar zonder goede kennis van deze drie zaken. Zij vormen de onderwerpen van mijn drie boeken. Bij het schrijven ervan heb ik mijn best gedaan zowel vanuit rabbijns als vanuit christelijk-theologisch zicht naar deze drie thema’s te kijken. Je kunt de nadruk leggen op verschillen tussen jodendom en christendom, maar je kunt ook kijken naar de overeenkomsten. De blinde vlek van Israël is Jezus, die van het christendom Israël.”
De theoloog constateerde dat de drie onderwerpen ook door Paulus genoemd worden in Romeinen 9. De apostel noemt daar nog vijf andere zaken, namelijk het zoonschap van Israël, de verbonden, de eredienst of de priesterdienst, de beloften met het oog op Israëls toekomst en de aartsvaders. Dr. Ouweneel gaat zich nu in deze vijf onderwerpen verdiepen en komt later met een ”supplement”.
Breekpunt
Roger van Oordt, voormalig directeur van Christenen voor Israël, die samen met dr. Ouweneel een Israëlboek uitbracht, noemde het „uniek” dat er een theologisch boek verschijnt, geschreven vanuit Joodse en christelijke bronnen. „Het is een breekpunt met de kerkelijke geschiedenis waarin we dachten dat we alles als christenen zelf konden ontdekken. Hopelijk gaan veel predikanten deze boeken voor hun eigen verdieping gebruiken.”