Dat vertelde A. dinsdag in de rechtbank in Rotterdam. „Ik heb de afgelopen jaren nooit de kans genomen te vluchten of naar buitenland te gaan”, zei A. over de verdenkingen.

Volgens het OM is A. vermoedelijk tussen 2015 en 2018 een veiligheidschef van IS geweest. Vanuit zijn hoge functie bij IS zou hij hebben bijgedragen aan de oorlogsmisdrijven die de organisatie pleegde in Syrië.

Het OM stelt dat de man in de jaren daarvoor betrokken was bij de terroristische organisatie Jabhat al-Nusra. Hij vroeg in 2019 asiel aan in Nederland en woont sinds 2020 in Arkel.

Het Syrische Centrum voor Media en Vrijheid van Meningsuiting (SCM) heeft justitie getipt over de in Damascus geboren verdachte. „Hij was bekend met het onderzoek en probeerde het te negeren. Hij wil een toekomst in Nederland”, zei zijn advocaat Tamara Buruma. Een anonieme getuige zou hebben verklaard dat door de verdachte op een menigte is geschoten, waarbij doden zijn gevallen.

Zijn advocaat vroeg om het voorarrest van A. te schorsen. Zijn arrestatie heeft grote invloed op zijn vrouw en kinderen, aldus de raadsvrouw. De rechtbank wees het verzoek af. De verdenkingen zijn daarvoor te groot en te ernstig.

De volgende zitting is op 27 juni.