„De Heere schouwt uit de hemel en ziet alle mensenkinderen.”

De psalm besluit: „Uw goedertierenheid.” Dat is: Uw genade, „Heere, zij over ons”, bedekke ons, „gelijk als wij op U hopen”. De gemeente wil daarmee zeggen: de hoop beschaamt niet.

Mijn geliefden, uit de hemel ziet de Heere neer. Wij moeten niet denken dat de aarde voor Hem verborgen is, of wat de mensen daar denken, doen en verrichten. Hij ziet alles, Hij overziet alles, Hij doorziet met scherpe blik alles. Dus is voor Hem alles openbaar. Hij ziet uit de hemel neer op ons, die hier zijn, in de stad en op het land, zowel op de troepen van de onzen als op die van de vijanden, op alle volken die met ons of tegen ons zijn.

Wanneer ik echter naar mijn liefde op u allen zien kon, dan zou ik niet neutraal neerzien, maar beschermen, helpen, redden, zegenen of verdelgen. Dat doet de Heere nu ook. Laten we dit slechts vasthouden. Want onze menselijke gesprekken, berichten en kranten maken meestal van de almachtige God geen melding. Wij kijken ook zo somber neer, en het hoofd is gebogen vanwege smart en nood. Maar laat het u gezegd zijn: dag en nacht zijn Gods ogen open over Zijn volk. Dat is: over degenen die Hem aanroepen in hun nood. Hij ziet alles wat de vijanden des lands, wat de vijanden van onze zielen op het oog hebben.

H.F. Kohlbrugge, predikant te Elberfeld

(”Van oorlog en vrede, 1940)

De meditaties zoals die sinds 14 april verschenen, waren niet van de Engelse predikant John Owen, maar van dr. H.F. Kohlbrugge (1803-1875), predikant te Elberfeld. Ze verschenen eerder in de bundel ”Van oorlog en vrede”, met tien preken uit de jaren 1859 en 1870/1871.