Bijbel en koran beide op werkkamer
De scheiding van kerk en staat hoeft de overheid niet te weerhouden van contacten met godsdienstige stromingen. „Gesprekken over burgerschap en respect voor individuele waardigheid kunnen pas diepgaand worden gevoerd wanneer de religieuze wortels van miljoenen Nederlanders in het debat worden betrokken”, aldus commissaris van de Koningin in Zuid-Holland J. Franssen woensdag.
Franssen deed zijn uitspraken bij de overhandiging van een exemplaar van de Nieuwe Bijbelvertaling, aangeboden door het Nederlands Bijbelgenootschap. Hij zette het exemplaar naast de koran, die eerder al een plaats kreeg op zijn werkkamer.
Volgens Franssen worstelen mensen in een sterk geïndividualiseerde en geseculariseerde samenleving met vragen over zingeving en normbesef. „Vragen die moeilijk zijn te beantwoorden, omdat velen in Nederland zijn losgeraakt van hun godsdienstige wortels. Dat maakt dat we ook zo verkrampt omgaan met de islam en dat de dialoog met moslims zo moeizaam wordt gevoerd.”
De commissaris prees de Nieuwe Bijbelvertaling als een bijzonder leesbaar en toegankelijk boek. „Daardoor biedt zij ook moslims in ons land de mogelijkheid zich te verdiepen in het godsdienstig en cultureel erfgoed dat Nederland in de voorgaande eeuwen zozeer heeft gestempeld”, aldus Franssen.
De kerken in Zuid-Holland kunnen volgens hem meer initiatieven ontplooien in het belang van de dialoog met de islam en zo het hunne bijdragen aan het overbruggen van tegenstellingen in de samenleving. „In figuurlijke zin stammen alle gelovigen van dezelfde Abraham, en hoeven we voor elkaar geen vreemden te zijn”, verklaarde Franssen tegenover de delegatie van het Nederlands Bijbelgenootschap.
De commissaris van de Koningin ziet voor zichzelf als provinciebestuurder en vertegenwoordiger van de Kroon slechts beperkte mogelijkheden om bruggen te slaan naar godsdienstige stromingen. Toch is hij ervan overtuigd dat overheid en levensbeschouwingen elkaar meer dan voorheen iets hebben te bieden, en in bepaalde maatschappelijke vraagstukken samen kunnen optrekken.
Bij zijn werkbezoeken aan gemeenten in Zuid-Holland en gesprekken met burgemeesters informeert Franssen regelmatig naar de contacten tussen het lokaal bestuur en levensbeschouwelijke groeperingen in de desbetreffende gemeente. Die kunnen volgens de commissaris bijdragen aan de maatschappelijke samenhang. De commissaris zal in de loop van dit jaar verschillende moskeeën in de provincie bezoeken en het gesprek aangaan met lokale moslimgemeenschappen over hun verbondenheid met de Nederlandse samenleving.