In het appartement van Jeffrey van D. en zijn vrouw in Zaltbommel brak op 21 december 2022 brand uit. Van D. zag de rook in de hal van het appartementengebouw en rende zijn woning in, redde een van zijn honden en reed met vrouw en dieren in de auto weg. De brandweer bestreed de brand eerst alleen van buitenaf omdat in oktober dat jaar de man nog 164 kilo zwaar vuurwerk in huis had. De wijkagent belde Van D. en vroeg hem indringend of er nog vuurwerk in huis lag. „Er ligt echt geen vuurwerk in de woning, daar hoeft u niet bang voor te zijn”, reageerde de verdachte volgens het proces-verbaal van de agent.

Vijf brandweerlieden betraden het appartement en ontdekten na het blussen dat ze door het oog van de naald waren gekropen, reageerde de officier van justitie. Want opnieuw lagen er tientallen kilo’s zwaar vuurwerk in het huis van Van D. De officier sprak eerder van explosieven dan van vuurwerk. De verdachte zei dat hij zijn buren gewaarschuwd heeft en dat hij riep dat er vuurwerk binnen lag. Het telefoontje met de wijkagent kon hij zich niet herinneren.

Volgens deskundigen was er een explosie ontstaan met dodelijk letsel voor iedereen die op enkele meters afstand stond als het vuur de aanwezige ‘flashbangers’ had bereikt. Alleen is niet bekend waar in de woning dit massa-explosieve vuurwerk lag. Om die reden achtte de officier van justitie een poging doodslag op de vijf brandweerlieden niet bewezen. Wel nam Van D. bewust de kans op de koop toe dat de brandweerlieden ernstig letsel zouden oplopen. Want ook het vuurwerk dat zeker in de brandende woonkamer lag, had bij aanraking met het vuur een „onvoorspelbare reeks explosies veroorzaakt”, las de officier uit het onderzoek.

De advocaat vond niet bewezen dat hier een aanmerkelijke kans was op letsel bij de brandweerlieden. Volgens hem staat niet vast dat de brand nog woedde toen de brandweer naar binnen ging. De uitspraak volgt op 26 april.