Het kerkje van Heelsum schreef geschiedenis
Het is maar een kleine prent van een kerkje op een heuvel, maar het is niet zomaar een tekening. Het kunstwerk is in 1729 getekend door Cornelis Pronk. De bijbehorende geschiedenis met processtukken van een tientallen jaren durende rechtszaak maakt het 12 bij 18 centimeter metende object in het Gelders Archief des te interessanter.
Het Gelders Archief bevindt zich in een modern kantoorpand op de noordelijke Rijnoever in Arnhem. Als je ervoor staat zie je aan de ene kant de Eusebiustoren in het centrum van de stad en aan de andere kant een brug met druk verkeer over de Rijn.
In de studieruimte staat publieksadviseur Rosanne Rietveld (27). In haar handen draagt ze een prent op een blauw kussen. Op de tafel liggen vergeelde archiefstukken in een dikke map. Samen met haar collega’s heeft ze dit bijzondere object opgedoken: een eeuwenoude prent van het kerkje van Heelsum.
De prent op vergépapier is in 1729 getekend met penseel door Cornelis Pronk (1691-1751), tekenaar en (miniatuur)schilder. Hij is bekend geworden door opvallend nauwkeurige topografische tekeningen. Kenmerkend voor zijn werk is het Italiaanse licht. Om aan onderwerpen te komen, reisde hij het hele land door. Zo kwam hij ook in Heelsum op de Zuid-Veluwe.
De prent toont het kerkje van Heelsum, gezien vanuit het noordwesten. Het stoere kerkgebouw staat op een heuvel, met daar onderaan een huis, wat schuren en bomen. Een paar mensen staan te praten en een paard-en-wagen komt aangereden. De kerk, met licht- en donkereffecten, is duidelijk het middelpunt van de prent. Eronder staat ”Helsom”.
Rietveld vertelt dat de prent in de negentiende eeuw in het bezit gekomen is van kunstverzamelaar Alexander Ver Huell. Na zijn dood in 1897 vermaakte hij de collectie aan de gemeente Arnhem. Later zijn de topografische tekeningen en prenten in één verzameling terechtgekomen. Zijn kunstwerken vormden de basis van Museum Arnhem, een museum voor moderne kunst. Later kwam ”Het kerkje op de heuvel” in het Gelders Archief terecht.
Geestelijk welzijn
Het kerkje kent een bijzondere geschiedenis, zegt Rietveld. „De historie ervan is verbonden met die van Kasteel Doorwerth. Het kasteel staat er nog steeds en stamt deels uit de middeleeuwen. Het had toen ook een kapel. Frederik van Voorst, heer van de heerlijkheid Doorwerth, voelde zich verantwoordelijk voor het geestelijk welzijn van de mensen in zijn gebied. Hij liet in 1517, het jaar van de kerkhervorming, een kerkje in Heelsum bouwen. Hier gingen de mensen uit de omgeving toen naar de kerk, ook uit het dorp Wolfheze, waardoor de kerk daar nog verder in verval kwam. Het dorpje is trouwens verdwenen en pas later werd het tegenwoordige Wolfheze gebouwd.”
Het duurde een tijdje voor de Reformatie in Gelderland in gang gezet werd. Johannes Fontanus heeft, samen met stadhouder Jan van Nassau, vanaf 1578 veel gedaan voor de overgang van het rooms-katholicisme naar de Reformatie, onder andere in Arnhem en ook op de Zuid-Veluwe. Dat leidde in Heelsum tot problemen.
Rietveld: „De heer van Doorwerth bleef gehecht aan het katholieke geloof en hij wilde kerk niet openstellen voor de aanhangers van de gereformeerde leer. Toen hij onder druk gezet werd, stond hij toe dat er naast de pastoor ook regelmatig een dominee voorging in het kerkje op de heuvel. In 1617 kwam de eerste predikant in het kerkje van Heelsum. In het naburige Renkum was sinds 1593 een predikant. Het liep al gauw mis, want de heer van Doorwerth gaf de pastoor wel salaris maar de predikant niet en hij onderhield de kerk ook niet.”
Dat leidde in 1618 tot een rechtszaak bij het Hof van Gelre, vertelt Rietveld, terwijl ze de map met stukken opent. Het handschrift is nauwelijks leesbaar. „Ds. Heshusius wilde dat hij betaald werd voor zijn werk als predikant. Het werd een slepende rechtszaak. Pas in 1635 kwam de definitieve uitspraak dat de predikant salaris moest ontvangen en de kerk onderhouden moest worden. Maar de heer van Doorwerth, die nog aan het oude geloof gehecht was, wilde nog steeds niet meewerken, ook al was de bevolking van dat gebied voor de Reformatie gewonnen. Hij gaf geen toestemming om de kerk te gebruiken. In 1648 liet hij de vensters ervan dichtmetselen en het koor dichttimmeren zodat er geen diensten meer gehouden konden worden. Hij zal het wel onrechtvaardig gevonden hebben dat hij als heer van dat gebied moest betalen voor een godsdienst waar hij het niet mee eens was.”
Uiteindelijk is het goedgekomen. Rietveld: „De gereformeerden hielden toen noodgedwongen hun diensten in een schuur in het dorp. In 1653 gaf de heer van Doorwerth zijn verzet op. Johan Albrecht van Schellaert van Obbendorf betaalde voortaan het salaris van de predikant en droeg de zorg voor het kerkgebouw. In 1658 kon de eerste hervormde eredienst in het kerkje op de heuvel worden gehouden.”
Het kerkje bestaat nog steeds. In 1944 raakte het zwaar beschadigd tijdens de operatie Market Garden en konden er geen kerkdiensten meer gehouden worden. Pas in 1949 werd het dak hersteld en kon het kerkje weer gebruikt worden. Het is in 2021 overgenomen door Geldersch Landschap en Kastelen. Sinds die tijd is het in beheer bij de stichting Kerkje op de Heuvel Heelsum. Het wordt regelmatig opengesteld.