Rice belooft meer nadruk op diplomatie
De aanstaande Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice heeft dinsdag beloofd zich te zullen inspannen om de betrekkingen met onder meer de Europese landen te verbeteren. Zij zei dit tegenover de commissie buitenlandse zaken van de Senaat, die zich over haar benoeming boog.
Het staat vrijwel vast dat de benoeming van Rice morgen na de inauguratie van president Bush voor diens tweede ambtstermijn wordt goedgekeurd door de voltallige Senaat. Daarmee krijgt Amerika voor het eerst een vrouwelijke minister van Buitenlandse Zaken van Afro-Amerikaanse afkomst. Rice fungeerde in Bush’ eerste ambtstermijn als voorzitter van de Nationale Veiligheidsraad.
In deze functie was zij nauw betrokken bij de formulering en uitvoering van Washingtons veiligheidsbeleid. Rice verdedigde de beslissing van de regering-Bush om Irak binnen te vallen. Daar werden weliswaar geen massavernietigingswapens gevonden -officieel het belangrijkste argument van Washington voor de invasie- maar dat deed volgens Rice weinig af aan het feit dat de invasie „gerechtvaardigd” was in verband met de „potentiële dreiging van het regime van Saddam Hussein.”
Democratisch senator Barbara Boxer wees erop dat Rice Saddams massavernietigingswapens herhaaldelijk naar voren had gebracht als rechtvaardiging voor de invasie. „Ik geloof dat uw loyaliteit tegenover het beleid van de regering-Bush groter was dan uw respect voor de waarheid”, aldus Boxer. Rice reageerde geïrriteerd. „Ik hoop dat wij een grondige discussie over dit onderwerp kunnen hebben zonder dat mijn geloofwaardigheid en integriteit ter discussie worden gesteld”, aldus de toekomstige minister van Buitenlandse Zaken.
Rice liet zich niet uit over een mogelijk scenario voor de terugtrekking van Amerikaanse troepen uit Irak. Dat hangt volgens haar af van de capaciteiten van het nieuwe Iraakse leger. Volgens Rice zijn er al ten minste 120.000 goed getrainde Iraakse militairen. Volgens senator Joseph Biden zijn er tot nu toe echter nauwelijks 4000 tot 5000 Iraakse militairen die Amerikaanse collega’s zouden kunnen vervangen.
Terwijl Rice pleitte voor verbetering van de betrekkingen met landen die zich in 2003 tegen de invasie van Irak verzetten -met name Frankrijk, Duitsland en Rusland- noemde zij een zestal landen die zij kwalificeerde als „voorposten van de tirannie.” Ze noemde daarbij Iran en Noord-Korea (eerder door Bush samen met Irak gekwalificeerd als de ”as van het kwaad”) en verder Cuba, Birma, Wit-Rusland en Zimbabwe.
Het werd niet duidelijk of Rice hier een uitgebreide versie van de ”as van het kwaad” presenteerde. Zij ontkende dat Washington van plan is Noord-Korea militair aan te pakken, ook al noemde zij de nucleaire plannen van het regime in Pyongyang „gevaarlijk.” „Wij hopen dat wij samen met onze Europese bondgenoten Noord-Korea en Iran ertoe kunnen bewegen hun plannen voor het verwerven van kernwapens op te geven”, aldus Rice.