Wat is belangrijker: democratie of rechtsstaat?
Stel dat ”de helft plus één” enkele grondrechten wil afschaffen, moet dat dan gebeuren? Veruit de meesten zullen zeggen: „Nee, de rechtsstaat is er om de dictatuur van de meerderheid te voorkomen.” Maar populisten hebben weinig boodschap aan de rechtsstaat. „Grondrechten zijn bijvoorbeeld niet voor vreemdelingen. EU-regels moet je negeren als dat zo uitkomt.”
Stel dat de rechter zou oordelen dat euthanasie altijd mogelijk moet zijn, omdat dit hoort bij het grondrecht op privacy. Of dat scholen altijd alle kinderen moeten toelaten, omdat dit hoort bij gelijke behandeling in de rechtsstaat. Dan zou ik zeggen: die rechter gaat ver buiten zijn boekje, hij bepaalt in zijn eentje hoe het land geregeerd moet worden.
De liberalen van vooral D66 en linkser zouden deze rechter best goed vinden. Zij vinden de opkomst van populisten gevaarlijk. Ook die van de BBB. „Je kunt het volk niet vertrouwen waar het gaat om het veiligstellen van hun ideaal van de rechtsstaat. Zijn er nog zoveel mensen die genderdiversiteit als norm niet omarmen? Heropvoeden dus. Laat iedere school werk maken van die opdracht!” Als het erop aankomt, vinden liberalen de rechtsstaat (of hun idee daarvan) dus belangrijker dan de democratie.
Dat is een manier om de tweedeling in de samenleving en politiek te begrijpen. (Hoewel: hiermee heb ik natuurlijk alleen de uitersten beschreven. Maar gematigde varianten van een ideologie verliezen het uiteindelijk meestal van hun radicale variant.) En het laat zien dat we als christenen met geen van beide goed kunnen meekomen. Een terechte vraag die de laatste jaren onder christenen leeft, is: in hoeverre gaat er achter de ”beweging-op-rechts” (zoals de BBB-aanhang) een consistente conservatieve visie schuil, waarin we bondgenoten vinden op ethische thema’s? Ik hoop op een breed gedeelde maatschappijvisie, als alternatief voor liberalen en populisten.
Hoe vinden we evenwicht tussen rechtsstaat en democratie? Mooi is hoe de rechtspraak de kloof met de burger kleiner probeert te maken. Bijvoorbeeld doordat het burgerperspectief vaker gevolgd wordt (hoewel het gebrek hieraan in de handhaving tegen de PAS-melders me weer tegenviel).
Maar het echte probleem ligt dieper. De progressief-liberalen hebben een duidelijk beeld van het liberalisme van de toekomst: elk individu bepaalt zijn eigen leven en de staat bevrijdt ons van alle belemmeringen. Gematigde liberalen stellen dat de radicalen moeten oppassen niet al hun opvattingen als ”rechtsstatelijk” aan burgers op te leggen. Een progressieve visie op genderdiversiteit of abortus behoort niet tot de kenmerken van de rechtsstaat. Dat zijn de waarborgen tegen tirannie, zoals grondrechten (staatsvrije sferen) en een onafhankelijke rechter.
Maar het gematigd liberalisme (zonder staatsideologie) lijkt steeds meer onder te sneeuwen. De radicaal-liberalen hebben namelijk wel een staatsideologie. En dat sluit aan bij de gegroeide behoefte aan gedeelde publieke waarden, een ethisch kompas voor de staat. Maar laat de christelijke politiek hier nu een prachtig alternatief voor hebben!
Het liberalisme gaat volgens sommigen ten onder aan zijn eigen succes. Oorspronkelijk stond het voor zoveel mogelijk vrijheid voor mensen, ook vrijheid van sociale banden en religieuze regels. Maar het vergat dat mensen juist morele structuren nodig hebben. Met het wegvallen van die sociale en religieuze kaders is de staat steeds belangrijker geworden, om leefregels te handhaven die nodig zijn voor het samenleven. Mensen verwachten nu ook alle oplossingen van de staat. En dus is dit liberalisme een obstakel voor vrijheid, rechtsstaat en democratie.
Vandaar dat christelijk alternatief. Een betrouwbaar ethisch kompas met waarden als gerechtigheid, dienstbaarheid, barmhartigheid en verantwoordelijkheid. Om de rechtsstaat zo te handhaven dat die geen voertuig voor een ideologie wordt maar maatschappelijke vrijheden juist beschermt tegen een (meerderheids)dictatuur. Die waarden geven ook richting aan de democratie. Ze zijn een medicijn tegen onnodige vijandbeelden, tegen het niet-serieus nemen van burgerzorgen en tegen overspannen verwachtingen van de staat. Want we hebben als mensen vooral ook elkaar nodig. En een gezonde relativering: hier beneden is het niet.
De auteur is advocaat bij BVD advocaten.