Het is de laatste jaren hard gegaan. Sinds 2014, toen hij de winkel en de bakkerij aan de Molendijk uitbreidde en moderniseerde, zag eigenaar Kees Voordijk (50) de omzet verdubbelen. Toch is groei geen doel op zich, vertelt hij. „We maken een goed product voor onze klanten. Die horen het van elkaar. Zo zijn we ook bij de supermarkten binnengekomen, terwijl we niet aan acquisitie doen.”

In de supermarkt liggen dezelfde producten als in de eigen winkel, voor dezelfde prijs. „Ook de reclames lopen in de supermarkten en onze winkel gelijk op. We hebben bijvoorbeeld elke dag een broodsoort in de actie: drie halen, twee betalen.”

Kees Voordijk is de zevende generatie in het Oud-Beijerlandse bakkersgeslacht. Hij nam het bedrijf in 1998 over van zijn vader. Intussen is ook zijn zoon Gerlé (24) in de onderneming actief, als controller. Twee broers van Kees hebben eigen bakkerijondernemingen, in Goes en in Ridderkerk. „We varen elk onze eigen koers maar werken wel samen. Zo kopen we grondstoffen en energie gezamenlijk in en we bakken ook voor elkaar. Daardoor kunnen we op grote schaal ambachtelijke producten maken.”

Schaalgrootte

Wat is grote schaal? „Een dorpsbakker bakt misschien 250 broden per dag. Wij bakken hier in Oud-Beijerland, afhankelijk van de acties, wekelijks 10.000 tot 15.000 broden, plus nog eens zo’n zelfde aantal aan zakjes kleinbrood, zoals puntbroodjes, diverse soorten bollen, eierkoeken en bolussen.”

Schaalgrootte alleen is niet voldoende om bij te blijven in het bakkersvak. Minstens zo belangrijk is op tijd investeren. „Een oven bijvoorbeeld gaat technisch 25 jaar mee. Maar als je daar op wacht voordat je een nieuwe koopt, ben je te laat.” Drie jaar geleden liet Voordijk drie nieuwe energiezuinige heteluchtovens plaatsen. Toen de energiecrisis zich aandiende, kwam deze investering goed van pas.

Voordijk wilde de stijging van de energieprijzen niet zomaar doorberekenen aan zijn klanten, maar keek eerst wat hij zelf kon besparen. „Door een aantal eenvoudige maatregelen, zoals het bakken van volle karren, ging ons energieverbruik al 20 procent omlaag.” Daarnaast kan hij als grootverbruiker energie in gedeelten vooraf inkopen. Daarbij probeert hij het risico zo goed mogelijk te spreiden.

Hij heeft moeite met verhalen als zou de meerderheid van de bakkers door de energiecrisis op omvallen staan en zou een brood misschien wel 5 euro gaan kosten. „Voorheen verbruikte ik per brood voor 2,5 cent aan gas. Op de top van de crisis was dat 12,5 cent. Bij een gemiddelde verkoopprijs van 3 euro per brood vind ik dat geen reden om in paniek te raken. Als een ondernemer het niet volhoudt, is er vaak meer aan de hand.”

Intussen merkt hij niet dat consumenten vanwege de inflatie minder ambachtelijk gebakken brood kopen. „We hebben onze prijzen wel iets verhoogd, maar mensen willen best wat meer betalen voor een product dat veel lekkerder is.”

Tarwe

Duurzaamheid vindt Voordijk belangrijk. Mede daarom doet hij mee aan het project Nedertarwe, een initiatief van meelfabrikant Royal Koopmans en akkerbouwcoöperatie CZAV. Waar Nederlandse boeren tot nu toe vooral tarwe telen die alleen geschikt is voor veevoer, zoekt het project naar rassen die een goede bakkwaliteit opleveren. Boeren die meedoen krijgen een hogere prijs uitbetaald. Vijftien door Koopmans geselecteerde bakkers nemen sinds kort de bloem af. De bakker uit Oud-Beijerland is er heel tevreden over. „De kwaliteit is heel hoog. Het brood blijft langer mals. De hele keten is transparant: de herkomst van het meel is herleidbaar naar de akkerbouwer. En de tarwe hoeft niet uit Oekraïne, Frankrijk, Duitsland of Canada te komen.”

Broden die niet verkocht zijn, gaan naar de Voedselbank Hoeksche Waard. „Zeker in deze tijd is het belangrijk om oog te hebben voor elkaar. We staan middenin de maatschappij.”

Vorig jaar vierde Bakkerij Voordijk het 125-jarig bestaan. In november kreeg het bedrijf het predicaat Hofleverancier uitgereikt. De burgemeester somde daarbij Voordijks nevenactiviteiten op. De ondernemer wil er niet prat op gaan. „Ik ben vooral de Heere dankbaar voor wat we voor elkaar en voor anderen mogen betekenen.”