Studentenvakbond: stop voorlopig met ‘internationalisering’ UvA
De Amsterdamse studentenvakbond ASVA wil met de top van de Universiteit van Amsterdam (UvA) in gesprek over de instroom van internationale studenten en speciaal over de „verengelsing” van een Nederlandstalige bachelor, Sociale Geografie en Planologie. Dat bevestigt voorzitter Aziza Filal, na een bericht in de Science Guide. Verdergaande internationalisering vindt de bond op dit moment niet verstandig, omdat de opleidingen eronder zouden lijden en studenten ook nauwelijks huisvesting kunnen vinden.
De bond en Beter Onderwijs Nederland (BON), een organisatie voor onderwijskwaliteit, hebben al een dagvaarding achter de hand, maar beginnen nog geen procedure. Ze willen er nog door praten met de universiteit uit zien te komen. Filal zegt wel dat het daar nu snel van moet komen, anders wordt de procedure in gang gezet.
De twee organisaties zijn helemaal niet tegen buitenlandse medestudenten, maar vinden dat er met verdere internationalisering moet worden gewacht tot de universiteit de ontwikkelingen kan bolwerken. Volgens Filal zijn sommige hoogleraren het Engels onvoldoende machtig om de taal toe te passen op een manier die een opleiding vereist. Daarbij puilen de collegezalen soms uit, zegt ze, en moeten studenten zelfs op de trap zitten of de lessen online volgen.
Decaan Agneta Fischer van de faculteit Maatschappij en Gedragswetenschappen, waaronder genoemde bachelor valt, is ronduit verbaasd over de beweringen van genoemde clubs. Ze erkent dat er problemen zijn met capaciteit van de zalen, maar er wordt volgens haar juist van alles aan gedaan om het aantal studenten op haar faculteit niet meer te laten groeien. Zo zijn er al beperkingen gesteld aan de aantallen studenten voor politicologie en psychologie en volgend jaar mogelijk ook voor die voor communicatiewetenschap. Bovendien is de bachelor Sociale Geografie en Planologie niet alleen maar in het Engels, maar naar keuze in het Engels of het Nederlands te volgen. Het complete Engelse programma is nodig om anderstalige studenten een diploma te laten halen.
Volgens Fisher is het ook „onzin” dat de opleiding slechter wordt: studenten voor een vak als dit hebben juist veel aan contacten met buitenlandse studenten. Dat hoogleraren niet genoeg Engels spreken, herkent ze evenmin. Een deel is zelfs oorspronkelijk Engelstalig en wie taalvaardigheid tekortkomt, krijgt een cursus.
Fisher is niettemin „natuurlijk” bereid het gesprek aan te gaan met ASVA en BON.