Zorg en onderwijs: stop met verplaatsen asielkinderen
Beroepskrachten uit jeugdgezondheidszorg en onderwijs vinden dat het afgelopen moet zijn met de in hun ogen „zinloze” verplaatsingen van kinderen in de asielopvang. Die veroorzaken in hun optiek „onnodige ontwikkelingsschade en psychosociale problematiek”, maar ze zouden ook een verspilling van arbeid, tijd en geld van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en andere betrokken organisaties betekenen.
In aanloop naar een debat in de Tweede Kamer later deze week hebben genoemde krachten verantwoordelijk staatssecretaris Eric van der Burg per brief gevraagd om een „stabiele, kindvriendelijke en veilige opvang voor kinderen”. Het gaat om vertegenwoordigers van AJN Jeugdartsen Nederland, Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland/Vakgroep Jeugd, LOWAN-PO, LOWAN-VO, PO-Raad en VO-raad.
Asielkinderen zouden de hele procedure lang op één locatie moeten kunnen blijven, vinden ze. Dat geldt dan dus ook in veel gevallen voor de ouders, aldus een woordvoerster desgevraagd. De briefschrijvers zien volgens eigen zeggen „al jarenlang dagelijks in de spreekkamer en in de klas de negatieve gevolgen van de herhaaldelijke doch vermijdbare verplaatsingen van asielkinderen”.
Die zijn volgens het gezelschap toch al belast met „ingrijpende gebeurtenissen in het land van herkomst of tijdens de vlucht en met een asielprocedure die onzekerheid over de toekomst en angst voor terugkeer met zich meebrengt”. Het aantal keren dat zij in Nederland moeten verhuizen veroorzaakt stilstand of zelfs achteruitgang in ontwikkeling, zo wordt gesteld, ook al doordat onderwijs wordt onderbroken. De verhuizingen werken ook demotiverend en ontmoedigend en doen de kansen op slapeloosheid, angst en depressie toenemen.
Jeugdarts Petra de Jong ziet zelfs kinderen „waar eigenlijk geen leven meer in zit”, zegt ze. Ze zijn het vertrouwen in mensen kwijt en willen geen nieuwe vriendschappen meer aangaan omdat ze vrezen voor een nieuw afscheid. Vaak zitten ze ook in een klas waarin ze totaal niet op hun plaats zijn. Alle problemen vertalen zich onder meer ook in hoofd- en buikpijn.
Het is gewoon zeer ondoelmatig allemaal, dat „opbouwen en weer overdragen van zorg en telkens opnieuw investeren in het leren kennen en afscheid nemen van een kind”, zeggen de briefschrijvers. Wat er aan uren en geld wordt verspild, kunnen ze niet concreet zeggen.
„Aan preventie en bijdragen aan kansen voor de toekomst komen we niet toe”, voegen ze nog toe.