Een stukgelezen Groninger Bijbel, maar ook een hondenzweep
De Groninger kerken behoren tot de mooiste van Nederland. Die schoonheid geldt niet alleen hun buitenkant, maar ook wat er binnen te zien is. Op dit moment loopt er in de Akerk in Groningen een tentoonstelling met een keur aan de mooiste interieurobjecten: ”Zwijgend Goud”.
De expositie is een initiatief van Stichting Oude Groninger kerken (SOGK). De bijna honderd objecten zijn afkomstig uit kerken die de stichting beheert. Te zien zijn niet alleen een middeleeuwse doopvont, een stukgelezen Bijbel, offerblokken, avondmaalsstellen en zandlopers, maar ook een hondenzweep, een zilveren troffel en een waterspuit.
De hondenzweep is maar klein en werd vroeger –tot in de vorige eeuw– gebruikt om honden uit de kerk te jagen. Ernaast hangt een offerbusje voor de hondenslager, de man die de honden verjoeg.
Een zilveren troffel werd in 1820 gebruikt ter gelegenheid van het leggen van de eerste steen van de kerktoren van Finsterwolde. De waterspuit was een hulpmiddel voor kosters om de ramen in de kerk schoon te maken. Nooit eerder gezien.
De meeste ruimte is ingeruimd voor de ‘gewone’ dingen in de kerk. De tufstenen, met dertien bogen versierde, doopvont uit Eenrum dateert mogelijk uit de elfde eeuw en is een van de oudst overgeleverde getuigenissen van het christendom in Groningen. De stukgelezen Bijbel komt uit Hornhuizen en bevindt zich gewoonlijk op het kantoor van Oude Groninger Kerken. Daarnaast staat een schitterende, gerestaureerde Statenbijbel met zilveren sloten, uit diezelfde dertiende-eeuwse kerk. De twee zandlopers komen uit Grijpskerk en Kiel-Windeweer, vastgeklonken aan de kansel. Vroeger herinnerden ze de predikant eraan om op tijd te stoppen met de preek.
Avondmaalsbekers en -borden zijn er in allerlei maten en soorten. Zo is er een zilveren beker met coromandelhouten handvat uit de kerk van Stitswerd en aardewerk uit Niebert.
Eerste grote expo
Samenstellers van de tentoonstelling zijn Inge Basteleur en Stieneke Wierda, beiden medewerker van Stichting Oude Groninger Kerken. Basteleur vertelt dat het hier gaat om de eerste grote tentoonstelling van de stichting en dat het de wens is dat de Groninger Akerk door dergelijke exposities een meer open karakter krijgt.
Wierda merkt op dat ze bij het samenstellen gelet hebben op de diversiteit, geschiedenis en verschillen in de kerken van de stichting. „Het overkoepelende thema is: het gebruik van de kerken door de eeuwen heen.”
Basteleur legt de verschillende onderdelen van de expositie uit. Het eerste deel is ”Begin en einde”, over doop en begraven. Hier staan de doopvonten, maar er ligt ook een grote middeleeuwse portretzerk, en aan de muur hangen drie rouwborden. Daarna komt het onderdeel ”Liturgie”, met onder meer aandacht voor Bijbels en avondmaalsstellen. Alles wat met het avondmaal te maken heeft, kreeg een plaats in de sacristie, die later als consistoriekamer werd gebruikt.
”Werken aan kerken” heeft te maken met de bouwgeschiedenis. Je ziet hier bijvoorbeeld glas, stenen en orgelluiken. ”Het kerkelijk huishouden” gaat niet alleen over verlichting en stoven, maar ook over een brandhaak, de waterspuit en de hondenzweep.
Aan het einde van de rondgang is een grote kaart van de provincie Groningen te zien met daarop de situering van alle honderd kerken van de stichting. Wierda: „Als je hier geweest bent en je gaat op kerkentocht, kijk je anders naar het interieur van de kerken.”
Rouwborden
Basteleur en Wierda kiezen ervoor om samen gefotografeerd te worden voor de drie grote rouwborden. Het rechter is van Sonoy, een van de leiders van de Opstand. Hij overleed in 1597. Het rouwbord dateert uit 1613 en toont de wapens van de familie. Het hangt in de kerk van Pieterburen. Het linker rouwbord is van de familie Ripperda, een van de bekendste adellijke geslachten in Groningen, en heeft een plaats in de kerk van Oosterwijtwerd. Het bijzondere hiervan is dat er twee data op voorkomen. Toen de laatste telg uit de familie Ripperda overleed, werd het overgeschilderd. Beide data zijn nog te zien. In 1719 overleed Josina Maria en in 1738 Margaretha Elisabeth.
Steen met handje
Basteleur poseert graag bij de steen met het handje. „Om vroeger stenen te maken voor de Groninger kerken werd de Groninger klei gebruikt, die rood kleurde, zoals te zien is. Bij het vullen van de vormen waarin de stenen gebakken werden, hielpen ook kinderen. Het bijzondere van deze steen is dat er een kinderhand op te zien is. Wie weet hoeveel eeuwen geleden een kind zijn hand in deze klei gedrukt heeft. Als kinderen van een schoolklas deze steen zien, zijn ze vaak onder de indruk.”
Offerblokken
Wierda kiest ervoor om bij de offerblokken te gaan staan. „In diverse kerken in Groningen komen deze offerblokken voor. In onze provincie en in Drenthe heeft men ze langer gebruikt dan elders in ons land. Sommige zijn meer dan een meter hoog. Ze hebben allemaal een andere vorm. Deze hoge komt uit de kerk van Baflo. Op het offerblok uit Woltersum staat ”Armenblok”. Dat zou men er nu niet meer op zetten. Offerblokken waren blokken hout met een gleuf aan de bovenkant, waarin men geld kon doen. Ze stonden meestal bij de uitgang van de kerk. Het deksel was afgesloten met hangsloten. Alleen met meerdere personen tegelijk had men toegang tot het geld. Dat was om diefstal te voorkomen.”
De tentoonstelling ”Zwijgend Goud” in de Akerk in Groningen loopt tot 18 juni.
www.akerk.nl