Stapje terug in arbeidsproces kan veel opleveren
Demotie moet uit de taboesfeer gehaald worden, zegt Jan Westert
in aansluiting bij een pleidooi van scheidend CNV-voorzitter Doekle Terpstra onlangs in deze krant. Een stap opzij of een stapje terug in het arbeidsproces kan volgens hem juist veel rijkdom opleveren. Er ligt een taboe op het woord demotie. Demotie is het tegenovergestelde van promotie. Spreken over demotie ligt gevoelig, want mensen denken erover in termen van teruggezet worden. Carrière betekent vooral vooruitgang.
Vertrekkend CNV-voorzitter Doekle Terpstra pleitte onlangs voor de opheffing van het taboe op demotie. Terpstra toonde zich daarmee opnieuw een vakbondsman met oog voor veranderende perspectieven. In een periode waarin nagedacht wordt over langer werken, blijven deelnemen aan het arbeidsproces door ouderen en het afremmen van vroegpensioenregelingen wordt het steeds relevanter na te denken over loopbaanvormen waarbij carrière en promotie minder hecht met elkaar verbonden zijn.
Demotiverend
Demotie heeft geen grote plaats in het loopbaanbeleid van organisaties. Meestal is het verbonden met het terugzetten van niet goed functionerende werknemers in een andere, lagere functie. Promotie is een woord met prettige gevoelswaarde. In de westerse prestatiemaatschappij kennen we een arbeidsbestel waarin groei, effectiviteit, resultaten en het belonen van resultaten de belangrijkste elementen zijn.
In arbeidsverhoudingen spreken we graag over competenties en het managen daarvan. Compententiemangement gaat vrijwel nooit uit van een natuurlijke teruggang in prestaties. Ten diepste kennen we in de werksituatie maar een paar mogelijkheden. We laten mensen voortmodderen in hun functie. In functioneringsgesprekken draaien we omzichtig om de hete brij van het onvoldoende functioneren heen. Zo dienen medewerkers in organisaties soms jarenlang hun tijd uit. Of we kiezen voor de drastische methode van outplacement of ontslag. Maar alles liever dan nadenken over een andere, lichtere functie, of een functie die beter aansluit bij de competenties in een bepaalde levensfase. Naar het idee van veel managers, maar ook van veel medewerkers, werken gesprekken over demotie demotiverend of zorgen ze voor verstoorde verhoudingen.
Salaris
Een belangrijk element in het nadenken over het demotievraagstuk is de salariskwestie. Daar vroeg Terpstra terecht aandacht voor. De standaardgedachte is: Hoe ouder mensen worden, hoe hoger het salaris of de functie. Is die redenering bij de ontwikkelingen in onze samenleving nog wel valide?
Nadenken over demotie betekent dat organisaties zorgvuldig beleid moeten gaan maken voor medewerkers die langer aan het arbeidsproces moeten deelnemen. Dat vergt een sociaal verantwoorde aanpak. Met name de pensioenproblematiek is voor de meeste oudere werkenden een essentieel punt. Maar vervolgens gaat het er ook om anders na te denken over ontplooiing van capaciteiten van medewerkers dan alleen in termen van prestaties. Er zijn meer mogelijkheden voor oudere medewerkers als zij bereid zijn een functie te aanvaarden die aansluit bij hun levensfase.
Dat kan soms betekenen dat je in een bepaalde levensfase op het punt van salaris een stap terug moet doen. Demotie kan net als promotie niet collectief per CAO worden geregeld. Er kunnen echter wel faciliterende voorwaarden worden geschapen om demotie in het kader van loopbaanbeleid uit de taboesfeer te halen. In de sfeer van pensioen moeten er goede afspraken komen, en ook ten aanzien van salariëring zijn er aanpassingsregels te maken.
Lijn omhoog
Carrière is gekoppeld aan vooruitgang en een lijn omhoog. Het begrip carrière is typisch een term die wordt bepaald door een sterk eenzijdig vooruitgangsdenken van een prestatiemaatschappij. Deze eenzijdige benadering van een loopbaanpatroon komt echter vaak niet overeen met de werkelijkheid van veel mensen. Loopbanen ontwikkelen zich vaak veel diverser. De praktijk is weerbarstiger.
Demotie kan ook een stap opzij zijn, en een andere functie is niet per definitie een stap naar beneden. Over demotie denken we ook te zeer alleen na vanuit het perspectief van de arbeidsorganisatie. Het perspectief vanuit de medewerker wordt te weinig benadrukt. Daardoor heeft demotie vooral iets van een verplichte terugzetting in functie. Zo roept de term ook bij voorbaat weerstand op. Maar wat te denken van de manager die genoeg heeft van het managen of het aansturen van een team en voor zichzelf constateert dat hij graag nog een aantal jaren een inhoudelijke of adviserende bijdrage wil leveren?
Mentale omslag
Meer nog dan de materiële voorwaarden vraagt demotie om een ander denkkader in onze hoofden. Er is een mentale omslag nodig in ons denken over arbeid. In het arbeidsbestel zijn werknemers gericht op zelfontplooiing. Dat staat echter vooral in het teken van maximalisering van de prestatie en het inkomen. Het vrijwillig zelf aangeven dat je een andere stap wilt zetten, is geen geliefd gespreksthema in veel arbeidsorganisaties en op de werkvloer. Werk en functies ontlenen te zeer hun zin aan het denken in termen van promotie, hoger en geld. Dat blijft het kenmerk van eenzijdigheid houden.
In het christelijk denken over arbeid staat centraal dat je als mens in de breedte tot je recht moet komen in de omgeving waarin je functioneert. Er zijn meer aspecten die zin geven aan het menselijk bestaan. God liefhebben boven alles en de naaste als jezelf vraagt in elke levensfase om een kritische houding om ook naar jezelf te kijken. God liefhebben vraagt om ruimte om niet ten koste van jezelf vast te houden aan de baan die eigenlijk boven je macht is komen te liggen. Aandacht schenken aan de naaste vergt de ruimte om oog te hebben voor de omgeving.
Rijkdom
Het thema demotie moet uit de taboesfeer, constateerde Terpstra. Hij heeft groot gelijk. Daarbij gaat het er niet om dat bedrijven en organisaties een nieuw instrument moeten krijgen om mensen terug te kunnen zetten, maar wel om een andere manier van denken bij veel werkenden zelf. In een tijd waarin in het beleid onontkoombaar de richting van langere arbeidsparticipatie inslaat, is het nodig voor mensen in die levensfase om de mentale knop te leren omzetten en keuzen te maken die bij die fase passen. Een stap opzij of terug kan juist dan veel rijkdom opleveren. Tegelijkertijd moet er iets gebeuren aan de maatschappelijke acceptatie en de condities waaronder demotie kan plaatsvinden.
De auteur was algemeen secretaris van de christelijke vakbond GMV.