CBS: kinderen in bijstandsgezin minder kans op goede ontwikkeling
Kinderen die opgroeien in een bijstandsgezin hebben minder kans op een goede ontwikkeling in het leven dan andere kinderen, stelt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Ze lopen vaker meerdere ‘hulpbronnen’ mis vergeleken met leeftijdsgenoten die niet in een bijstandsgezin opgroeien.
Het statistiekbureau keek naar de eerste duizend dagen van kinderen die geboren werden in 2006, van de conceptie totdat ze twee waren. Hulpbronnen zijn binnen dit onderzoek onder meer het onderwijsniveau van de ouders, het welvaartsniveau van de ouders, de stabiliteit van het gezin en de mentale gezondheid van de ouders.
Wie hoogopgeleide ouders heeft, met een relatief goed inkomen of vermogen, in een gelukkige relatie en zonder psychische problemen, maakt gemiddeld een goede start in het leven. Andersom geldt: kinderen van wie de ouders laag zijn opgeleid, met weinig inkomen of vermogen, die gescheiden zijn of psychische problemen hebben lopen risico achterop te raken.
Dat kan al meespelen als het kind nog in de buik van de moeder zit, legt CBS-onderzoeker Ruben van Gaalen uit. Stress kan van invloed zijn op de ontwikkeling van het kind in de baarmoeder. „En als er bijvoorbeeld weinig geld is, is er vaak meer stress.” De problemen kunnen bovendien toenemen naarmate een kind met meerdere risicofactoren te maken krijgt.
Het CBS spreekt van een stapeling van zulke risicofactoren als er twee of meer spelen in het gezin. Uit het onderzoek komt naar voren dat onder kinderen die opgroeien in een gezin met een bijstandsuitkering, in bijna 81 procent van de gevallen sprake was van twee of meer van zulke risicofactoren. Onder kinderen die niet in een bijstandsgezin opgroeiden ging het om 11 procent. Onder kinderen uit bijstandsgezinnen had 9 procent te maken met vier risicofactoren. Dat was bij kinderen in een gezin zonder bijstand vrijwel nooit zo.
Van de kinderen die in 2006 werden geboren, maakte 6 procent in de eerste duizend dagen deel uit van een bijstandsgezin. Het CBS heeft gekeken naar kinderen die minimaal een jaar in een gezin leefde van wie zeker één van de ouders bijstand of een andere sociale voorziening ontving.
Wat de effecten van een slechte start zijn op de rest van het leven van het kind, bekijkt het CBS nog. De statistici doen vervolgonderzoek naar de verdere levensloop van deze in 2006 geboren kinderen.