Cultuur & boekenjodendom

Prof. Bart Wallet: Christenen zagen Joden eeuwenlang als hun ”tegenover”

Christenen hebben eeuwenlang een ”gefossiliseerd” beeld gehad van het Jodendom. Zij creëerden een beeld dat was geënt op de situatie zoals die in het Nieuwe Testament werd aangereikt, zonder dat naar de Joden zelf werd geluisterd.

18 March 2023 18:34Gewijzigd op 20 March 2023 11:33
Prof. Bart Wallet spreekt voor een volle zaal in Gouda. beeld Martin Droog
Prof. Bart Wallet spreekt voor een volle zaal in Gouda. beeld Martin Droog

Dat zei prof. dr. Bart Wallet, hoogleraar Joodse Studies aan de Universiteit van Amsterdam, zaterdag op het symposium ”Beladen verleden” dat werd gehouden in het gebouw van Driestar Educatief in Gouda. De organisatie was in handen van het HDC Centre for Religious History en de Vereniging van Christen-Historici (VCH).

20230318-RD-20059-4.jpg
Volle zaal. beeld Martin Droog

De bijeenkomst, die met 170 belangstellenden helemaal was volgeboekt, stond in het teken van donkere bladzijden in de Nederlandse kerkgeschiedenis. Prof. Wallet en prof. Beatrice de Graaf, hoogleraar Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Utrecht, verzorgden de hoofdlezingen. ’s Middags waren er workshops van onder anderen Fred van Lieburg, Enny de Bruijn, Bente de Leede, Koos-jan de Jager en Johan Visser. Ook werd de winnaar bekendgemaakt van de verhalenwedstrijd die het Reformatorisch Dagblad uitschreef onder de noemer ”Schrijf geschiedenis”.

20230318-RD-20059-5.jpg
Prof. Beatrice de Graaf en prof. Bart Wallet beantwoorden vragen uit het publiek. beeld Martin Droog

Prof. De Graaf ging in haar lezing in op het ondergangs- en eindtijdsdenken dat in kerkelijke kring met enige regelmaat de kop opsteekt, vaak gekoppeld aan complottheorieën.

Prof. Wallet sprak over ”hermeneutische Joden” die het product waren van een christelijke verbeelding en vaak geen verband hielden met daadwerkelijk bestaande Joden. „Eigenlijk zaten Joden vanaf de late oudheid opgesloten in het Nieuwe Testament. Ze kregen niet de ruimte om zich zelf te definiëren. Alles wat christenen over Joden zouden moeten weten werd in het Nieuwe Testament geboden.”

Volgens de historicus heeft die verbeelding te maken met de Griekse cultuur van de late oudheid. „Dualisme was in de Griekse cultuur een bekende tool: om de eigen positie, de eigen visie duidelijk te maken had je een ”tegenover” nodig; iets wat precies het tegenovergestelde was van wat jij beweerde. In de vroegchristelijke traditie werd het Nieuwe Testament gelezen tegen deze dualistische, hellenistische, filosofische achtergrond. De begrippen ”Jood” en ”Jodendom” werden de stereotype antipode voor christenen. Om duidelijk te maken wie zij waren, gaven ze daarmee aan wat ze níét waren: Joden stonden voor de Wet, tegenover christenen die voor de vrijheid stonden; Joden waren vleselijk, met aan de andere kant het geestelijke Israël, de Kerk. Gaandeweg ontstond er een eenduidig concept van het Jodendom dat stond voor alles wat een christen niet moest zijn. De centrale boodschap was dat de Jood overal aanwezig was; dat de Jood in zekere zin in jezelf zat en bevochten moest worden.”

20230318-RD-20059-20.jpg
Workshop onder leiding van Koos-jan de Jager. beeld Martin Droog

Deze ”hermeneutische Jood” is volgens prof. Wallet de lens waarmee christenen naar reële Joden keken, terwijl Joden zelf nooit aan het woord werden gelaten. „Spoort het Jodendom dat we nu kennen wel met het Jodendom zoals we dat hebben gecreëerd? Doen we met termen als werkheiligheid en wettisisme wel recht aan de Joodse gemeenschap?”

Het beeld van het Jodendom als ”tegenover” van het christendom heeft vele eeuwen doorgewerkt. In de tijd van de Republiek speelde de predikant Abraham Costerus met zijn ”Historie der Joden” (1609) hierbij een belangrijke rol. Omdat hij meeging in de opvatting dat het Jodendom tegenover het christendom stond, veronderstelde hij dat synagoges kweekplaatsen waren van anti-christelijke haat, hoewel daar in de praktijk geen sprake van was. De kerkenraad van Amsterdam verzette zich daarom op het advies van Costerus tegen de bouw van een synagoge, al won de koopman het uiteindelijk van de dominee.

Positieve uitzondering vormden theologen die intern het debat voerden over het eschatologisch perspectief, zoals Wilhelmus à Brakel. Ooit zouden de Joden immers weer volk van God worden; aan het eind van de tijden zouden Joden en christenen naast elkaar komen te staan. „Dat gaf een positievere kijk op reële Joden”, aldus prof. Wallet. „Diezelfde houding zien we in de negentiende eeuw terug bij piëtisten en aanhangers van het Reveil.”

Nog tot ver in de twintigste eeuw werd in orthodox-christelijke kring echter het format gehanteerd van het Jodendom als ”tegenover” van het Christendom. Prof. Wallet noemde als voorbeeld de kerkgeschiedenis van Joh. Vreugdenhil uit 1955.

Niettemin zag prof. Wallet een positieve ontwikkeling in de twintigste eeuw. „Er ontstond een theologische traditie waarin wél naar het Jodendom werd geluisterd; er kwam een joods-christelijke dialoog. Eindelijk kwam het Jodendom zelf aan het woord. De geconstrueerde beelden van het hermeneutische Jodendom verbrokkelden. Historisch gezien zijn de kerken zelden bondgenoten van het Jodendom geweest, maar dat werden ze na de Tweede Wereldoorlog juist wel. Dat proces is heel kwetsbaar, heel fragiel en heel breekbaar. Maar het is wel een bijzondere ontwikkeling, een grote doorbraak.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer