Onderzoek
Het voorwerp van dit onderzoek moet de mens zelf zijn. Niet anderen, zoals de huichelaars die de splinter in het oog van hun broeder zoeken, maar hij moet voornamelijk zichzelf onderzoeken. Dat zelfonderzoek betreft onder andere de gestalte van zijn hart, zijn handelen en de staat waarin hij is.Het gezicht van de zonden is de eerste trap tot bekering, want de ware bewustheid van hun staat zou de grond zijn van de bekering.
De wezenlijke daden van dit zelfonderzoek zijn in de eerste plaats: Een inkeer tot zichzelf, zodat hij met zijn gedachten niet omzwerft, maar zich wendt tot de beschouwing van zichzelf. De verloren zoon kwam ook tot zichzelf.
Ten tweede: Een onderzoek van ons hart in oprechtheid, als voor de ogen van een alwetend God, Die alleen lust heeft tot waarheid in het binnenste.
Ten derde: Een vergelijking van zichzelf met de regels van de goddelijke wet. Het is als door een spiegel waardoor de vlekken van het aangezicht ontdekt worden.
Gewis, het is niet genoeg dat dit zelfonderzoek enigszins verricht wordt. Het moet geschieden met een nauwkeurige voorzichtigheid, dat men zichzelf niet bedriegen zal. De mens is immers door eigenliefde in zichzelf verblind. Want arglistig is ons hart, meer dan enig ding, ja dodelijk is het. Wie zal het kennen?
Carolus Tuinman, predikant te Middelburg (Keurstoffen, 1764)