Ook bij de rechtbank eiste het OM levenslang, maar de rechtbank legde de 38–jarige ex–marinier twintig jaar cel en tbs op. Volgens het Pieter Baan Centrum lijdt S. aan een persoonlijkheidsstoornis en was hij ten tijde van het doodschieten van zijn ex–vriendin, haar broer en haar ouders, sterk verminderd toerekeningsvatbaar. Deskundigen van het PBC die maandagmiddag werden gehoord, verklaarden dat zij S. „zeker behandelbaar" achten, maar dat dat langere tijd in beslag zal nemen.

Verdegaal zette daar echter haar vraagtekens bij en stelde dat er ook een kans bestaat dat S. niet te behandelen is en met een veroordeling tot een beperkte celstraf en tbs, mogelijk over enkele jaren terugkeert in de maatschappij. Dat mag niet gebeuren aldus de advocaat–generaal. „Paul S. heeft van zichzelf een gevechtsmachine gemaakt. Wapens zijn z’n leven. Het PBC kan niet uitsluiten dat hij opnieuw ernstig geweld gebruikt."

Paul S., die zegt zich niets meer van de schietpartijen te kunnen herinneren, ontkent dat er sprake is van voorbedachten rade. Ook dat veegde Verdegaal van tafel. Zij sprak van een „doelbewuste liquidatie". Volgens de aanklaagster heeft S. doelbewust en kalm gehandeld. De voorbereidingen van zijn handelingen zoals het aantrekken van zijn gevechtstenue en het uitkiezen van zijn wapens, kostten allemaal veel tijd.