Israëls moedertaal heeft een vader
Alle Israëliërs kennen hem: Eliëzer ben Yehuda. Zijn verjaardag wordt ieder jaar uitgebreid herdacht, vooral op de scholen. Dat Eliëzers erfenis zo warm wordt gehouden, is te danken aan het feit dat hij als de grondlegger van het moderne Hebreeuws wordt gezien. Dankzij zijn inspanningen spreken rond de 10 miljoen mensen wereldwijd die taal.
Hebreeuws, de taal waarin het grootste deel van het Oude Testament is geschreven, ging als ‘gewonemensentaal’ langzaam op zijn retour na de verwoesting van de tempel. Joden in de verstrooiing begonnen de talen te spreken van de landen waarin ze zich hadden gevestigd. Het Hebreeuws verwerd tot een religieuze taal van rituelen en geschriften.
Eeuwen later deed de onafhankelijkheidsstrijd van allerlei Europese volken bij Ben Yehuda het idee postvatten van „de wederopstanding van Israël op zijn voorouderlijke grond”. Hij vond dat het Joodse volk, net als alle andere volken, een historisch land en een historische taal had.
Om de daad bij het woord te voegen, verhuisde hij naar het toenmalige mandaatsgebied Palestina en begon hij Hebreeuwse stukken te publiceren in lokale en internationale media. De bal begon te rollen en het Hebreeuws ging daadwerkelijk herleven. Een uitdaging was het wel, want het Bijbelse Hebreeuws kan je niet aan woorden als ”krant” en ”camera” helpen. Ben Yehuda creëerde daarom een systeem voor de ontwikkeling van nieuwe woorden en noteerde alles in een lexicon.
Kortgeleden was het weer zover, de herdenking van Ben Yehuda’s verjaardag. De kinderen kwamen terug van school met een berg aan weetjes. Eens te meer realiseerde ik me wat een voorrecht het is om Hebreeuws te kennen. Niet alleen is het een cultureel verbindende factor, het brengt ons ook dichter bij Zijn Woord. Dankzij Ben Yehuda kan een Israëlische basisschoolleerling namelijk de Bijbel in de grondtaal lezen. En ook al begrijpt niet iedere lezer alles, associëren is gemakkelijk als je het systeem van de taal kent. Toen ik mijn zoon vroeg wat ”hallelujah” zou kunnen betekenen, had hij het snel ontcijferd. ”Hallelu” – laten we samen loven, en ”jah” – een verwijzing naar Yahweh, de Verbondsgod.
Ik denk dat Ben Yehuda’s erfenis om diezelfde reden ook relevant is voor christenen. Hebreeuws is niet langer slechts een taal voor de ingewijden of de orthodoxie. Het leren van de taal is veel toegankelijker geworden en daarmee ligt diepere kennis van Gods Woord voor het oprapen. Misschien is het tijd voor een cursusje?