Opiniecolumn gezondheid en psychologie

Radicaal vergeten

Bij het schrijven van een column speelt geheugen vaak een rol. Als ik nadenk over een bepaald onderwerp, komen regelmatig herinneringen boven van mensen die er iets over zeiden. Collega-columnisten gebeurt dat ook.

Hanneke Schaap-Jonker
3 March 2023 19:14Gewijzigd op 6 April 2023 14:27
„Herinneringen kunnen vervagen in de loop van de tijd, of het kan ons maar niet lukken om ze kwijt te raken.” beeld iStock
„Herinneringen kunnen vervagen in de loop van de tijd, of het kan ons maar niet lukken om ze kwijt te raken.” beeld iStock

Laatst las ik online een column van een bekende en likete ik die. Even later zat er een berichtje in mijn mailbox: „Heb je jezelf herkend in mijn verhaal? Die iemand die ik opvoerde, dat was jij.” Ik had werkelijk geen idee, dus vroeg om hulp. „Die keer dat we elkaar daar-en-daar ontmoeten”, zei hij. Er begon nog steeds niks te dagen; ik weet het echt niet meer. Goede reden om het eens over ons geheugen te hebben.

De psychologie onderscheidt tussen verschillende vormen van geheugen. Het lange- en kortetermijngeheugen zijn waarschijnlijk wel bekend. Van het laatste weten we dat we daar maar een beperkte hoeveelheid informatie in kunnen opslaan: maximaal zo’n zeven elementen (bijvoorbeeld cijfers of letters). Het langetermijngeheugen bestaat uit het procedurele geheugen (weten hoe) en het declaratieve geheugen (weten wat). Bij dat laatste kan het gaan om feitenkennis en herinneringen aan persoonlijke gebeurtenissen en ervaringen.

Bij psychische problemen kunnen persoonlijke herinneringen, of juist het ontbreken daarvan, een grote rol spelen. Bepaalde ingrijpende en stressvolle gebeurtenissen staan soms na jaren nog steeds op iemands netvlies. Vaak zijn die herinneringen sterk emotioneel geladen. Het tegenovergestelde kan ook: dat mensen geen herinneringen meer hebben aan bepaalde traumatische gebeurtenissen. Er is dan een zogenaamd ”zwart gat”, ze weten het niet meer. Althans, niet bewust. Vaak spelen traumatische herinneringen onbewust nog wel een rol. Het lichaam herinnert het zich wél (Bessel van de Kolk). Iemand wil bijvoorbeeld per se niet aangeraakt worden, of voelt zich angstig worden wanneer je niet zomaar weg kunt, of wordt heel onrustig bij harde stemmen.

Voor mijn vak is het onderscheid tussen het expliciete en impliciete geheugen relevant. Wat expliciet is, kunnen we ons in gedachten brengen, of daar kunnen we over vertellen. Impliciete herinneringen zijn herinneringen die je gedrag en gevoel kunnen beïnvloeden zonder dat je daar een bewust besef bij hebt of zonder dat je daar woorden aan kunt geven. Vaak zijn impliciete herinneringen ‘zomaar’ opgedaan, je hebt ze niet met opzet onthouden. Soms gebeurt dat als je nog heel jong bent, voordat je de beschikking hebt over taal. Dan spelen gevoel en ervaring een belangrijke rol in de herinnering. Ook in geloof en geloofsbeleving kan dat zo zijn. Zo kan de manier waarop een jong kind de sfeer tijdens een kerkdienst ­aanvoelt 
–gespannen, gelaten, vreugdevol, of nog weer anders– jarenlang meegaan, ook al heeft het kind er geen woorden voor. Voor het bidden thuis geldt hetzelfde.

Expliciet en impliciet geheugen kunnen met elkaar op gespannen voet staan. Op bewust niveau weet je bijvoorbeeld dat God altijd goed en altijd wijs is – zo heb je het geleerd en gehoord. Op impliciet niveau kun je je echter angstig en onzeker voelen, ­bijvoorbeeld omdat de vader die je voorlas uit de Bijbel zo’n enorm kritische man was. Zijn strenge manier van lezen heeft de inhoud van wat hij las gekleurd, en onbewust is dat in je herinnering door elkaar gaan lopen.

Herinneringen kunnen vervagen in de loop van de tijd, of het kan ons maar niet lukken om ze kwijt te raken. Soms zijn er dingen gezegd of gebeurd die we altijd als een litteken met ons meedragen, hoezeer we ook zouden willen dat we ze helemaal zouden kunnen vergeten. Het raakte me daarom toen ik aan het begin van deze lijdenstijd Psalm 51 las, over God die je overtredingen uitdelgt naar Zijn grote barmhartigheid. Uitdelgen, dat doet me denken aan radicaal vergeten: alles wordt uitgewist, Hij maakt je witter dan sneeuw, er blijft geen spoortje zwart achter (volgens 2 Korinthe 5:17). In het geloof worden de gerechtigheid en heiligheid van Christus je toegerekend, zegt de Catechismus, alsof je nooit zonde gehad of gedaan hebt (vraag en antwoord 60). In die zin is het vergeven en vergeten.

De auteur is rector van het Kennisinstituut christelijke ggz (Kicg), onderdeel van Eleos en De Hoop ggz, en bijzonder hoogleraar klinische godsdienstpsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer