Nader forensisch onderzoek in zaak van de Zes van Breda
Er zal nader onderzoek worden gedaan naar sporen die zijn gevonden in de geruchtmakende zaak tegen de zogenoemde Zes van Breda, heeft de advocaat-generaal bij de Hoge Raad dinsdag besloten. De advocaten van drie mannelijke veroordeelden hadden hierom gevraagd, zij denken dat dit nieuwe feiten kan opleveren die mogelijk tot een herziening leiden.
De zaak draait om de roofmoord op de 56-jarige Tim Mui Cheung, ook bekend onder de naam Oma Mok, in juli 1993. Het slachtoffer werd gedood in de keuken van een Chinees restaurant in Breda, waar haar zoon de eigenaar van was. De gokkast van het restaurant was opengebroken en de geldlade lag op de grond.
De Zes van Breda, drie mannen en drie vrouwen, werden in 2015 voor de tweede maal in hoger beroep veroordeeld. Tien jaar daarvoor achtte het gerechtshof in Den Bosch het zestal ook schuldig. Een cassatieverzoek werd in 2017 nog afgewezen. Ze hebben allen hun straf uitgezeten.
De advocaten van de drie mannelijke veroordeelden deden hun verzoek tot nader onderzoek naar aanleiding van een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) uit 2021, waarin nieuwe onderzoeksmogelijkheden werden aangedragen.
Het gaat onder meer om onderzoek met nieuwe, gevoeligere technieken die destijds nog niet beschikbaar waren. „Aanvullend forensisch onderzoek zou wellicht kunnen leiden tot het verkrijgen van DNA-profielen uit sporen waar dat met technieken van destijds niet is gelukt, het verkrijgen van meer genetische informatie van onbekende personen en antwoord op de vraag van wie nieuwe en eerder verkregen DNA-profielen afkomstig kunnen zijn”, aldus de advocaat-generaal bij de Hoge Raad.
Het nader onderzoek zal in maart al starten, het is niet bekend hoeveel tijd het in beslag zal nemen.