Kerkleden Madras in actie na zeebeving
MADRAS - Terwijl in de New Calvary Church op zondagmorgen 26 december een kerkdienst gehouden werd, sloeg de eerste vloedgolf als gevolg van de zeebeving op het strand van de miljoenenstad Madras in India. De gemeenteleden bleven allemaal gespaard. „We konden maar één ding doen: hulp bieden”, aldus mevrouw Malini Asir, coördinator van de hulp namens de kerk.plattekst rafelen (u20,1,0(De Indiase miljoenenstad Madras (Chennai), gelegen aan de Indische Oceaan, rouwt na de tsunami over honderden doden. Voor de kerken was de vloedgolf een reden om op de bewuste zondag, nadat de eerste golf het strand had bereikt, direct hulp te bieden. Teams zijn nog steeds bezig om in een aantal dorpen in de omgeving structurele hulp te verlenen.
Mevrouw Malini Asir, staflid van het Hindustan Bible Institute (gesponsord door hulpverleningsorganisatie Woord en Daad) en coördinator van de hulp namens de New Calvary Church, zegt dat haar kerk vol zat tijdens de zondagochtend van de ramp. „Niemand van onze kerk is daardoor getroffen door de golven.”
Juist op zondagen is het extra druk op de stranden, weet Asir. „Families wandelen over de boulevard en veel kinderen zijn in de zee. We voelden in Madras om halfzeven in de morgen heel duidelijk de aardbeving, maar niemand wist dat deze gevolgd zou worden door een watervloed, enkele uren later. Onze plaatselijke kerk hield een dienst toen de eerste vloedgolf om halfnegen de kust bereikte, een uur later gevolgd door een tweede golf. De derde kwam om halfeen.”
De berichten over de ramp op het strand bereikten al snel de gemeenteleden. „We zijn direct naar de zee gegaan. We zagen vernielde boten en lichamen die weer terugspoelden toen de eerste golf voorbij was. We konden die eerste dag niets anders doen dan de schade opnemen en collecteren voor de directe hulpverlening. Later zagen we op televisie hoe erg de ramp was geweest, vooral ten zuiden van Madras. Bijna iedereen van onze kerk ging direct helpen.”
In Madras heerste grote verwarring, zegt Asir. „De politie moest het verkeer tegenhouden, omdat iedereen wilde kijken. Mensen waren vertwijfeld op zoek naar vermisten. Het officiële dodental staat nu op 200, maar in werkelijkheid is het veel hoger omdat er op die dag veel wandelaars waren en veel kinderen in de zee speelden. Van al die mensen hebben we niets meer gehoord.”
Schrijnenden verhalen zijn er veel, zo blijkt uit het relaas van Asir. „We kwamen in aanraking met een vader die drie kinderen en zijn vrouw verloor. Ze waren allemaal naar het strand gegaan, behalve één dochter, die thuis was gebleven. De man deed na de ramp twee keer een poging tot zelfmoord. De inwoners van Madras waren geschokt door de ramp, niet één oog bleef droog”, zo zegt Asir stellig.
Hoewel de kerk van Asir wonderlijk gespaard bleef, kent ze ook andere verhalen. Zo verloor een pinkstergemeente in Madras 42 leden. De New Calvary Church stelde direct na de ramp een team samen, waarin onder andere twee dokters werden opgenomen. „Rijst, eetgerei, kleding, tenten; dat waren de eerste dingen die nodig waren. De gemeenteleden kookten eten, bakten brood, verzamelden melkpoeder en kochten vooral grote hoeveelheden water. We hebben nu in zeven dorpen in de omgeving van Madras hulpprogramma’s lopen.”
De Indiërs hebben de ramp geestelijk op verschillende manieren beleefd, zegt Asir. „Er zijn er die de vloedgolf in verband hebben gebracht met Matthéüs 24, waar gesproken wordt over geruchten van aardbevingen. Anderen hebben erop gewezen dat we de aarde te veel geëxploiteerd hebben. In Madras en de deelstaat Tamil Nadu heeft het de afgelopen drie jaar amper geregend. Mensen moesten steeds dieper boren om water te vinden en hierdoor zou de ramp veroorzaakt zijn, zo menen sommigen.”
Asir zegt dat christenen nu een unieke mogelijkheid hebben om in woord en daad te tonen wat het christendom inhoudt. „Mensen zijn nu in staat om te antwoorden op de boodschap van het Evangelie. Degenen die gered zijn, weten dat zij dat zijn door God. De eerste taak van ons team is te luisteren naar de mensen die hun verhaal moeten vertellen. Ze willen praten over wat ze verloren hebben, hun familieleden, hun eigendommen, soms werkelijk alles. We vragen de mensen voor hen te bidden en er is niemand die dat weigert. Want ze willen dat iemand hun vrede en troost geeft. We brengen het Evangelie niet op een directe wijze onder hun aandacht, maar zoeken eerst een opening. Ze moeten weten dat er iemand is die voor hen zorgt en hen liefheeft.”
De kerk is van plan om in zeven dorpen een gemeente te stichten. „Sommige dorpen hebben al grond aangeboden om een kerk te bouwen. De mensen zijn radeloos. De zee, die altijd hun vriend was, is nu een vijand waarnaar ze niet terug willen. Sommigen hebben gezegd dat ze de eerste zes maanden de zee niet meer willen zien. We wijzen hen erop dat ze naar hun normale broodwinning terug moeten keen om weer een bestaan op te bouwen.”
De kerk in Madras verstrekt coupons van 50 roepie (ongeveer 1 euro) om voedsel uit een depot van de kerk te ontvangen. „We geven geen geld”, vertelt Asir, „omdat veel vissers verslaafd zijn aan alcohol en het geld dan direct daaraan opgaat. We helpen hen de zee weer als een vriend te zien, zodat ze weer zorgen voor verse en gedroogde vis en hun restaurants kunnen runnen. Maar het belangrijkste is dat de kerken in de dorpen de gelegenheid krijgen om de goede boodschap van Christus te laten horen. Veel christenen in Madras hebben het besef dat de mogelijkheid die er nu is om het Evangelie te brengen, ook benut moet worden.”