Ondanks vervolging groeit ondergrondse kerk Iran explosief
Ondergrondse christenen in Iran behoren tot de meest vervolgde geloofsgemeenschappen ter wereld. Tegelijkertijd groeit het christendom in het land in een explosief tempo. Hoe komt het dat zo veel moslims de islam vaarwel zeggen en besluiten christen te worden?
„Voor de Iraanse revolutie in 1979 waren christenen helemaal vrij. Westerse missionarissen konden ongestoord preken en stichtten kerken, scholen en hospitalen in Iran. Maar al die inspanningen werden beloond met enkele honderden moslimbekeerlingen”, zegt voorganger Lazarus Yeghnazar. „Nu Iraanse christenen fel vervolgd worden, groeit hun aantal explosief. Het land telt inmiddels meer dan een miljoen moslimbekeerlingen.”
Yeghnazar is in 1949 in Teheran geboren, in een christelijk gezin. De familie was aangesloten bij een kleine Armeense huiskerk. Yeghnazar: „Onze kerk had weinig financiële middelen, maar was rijk in geestelijk opzicht: we hadden de Bijbel tot onze beschikking.”
Op dit moment woont Yeghnazar in het Engelse Oxford. Hij is als predikant verbonden aan Transform Iran, een organisatie die Iraniërs in binnen- en buitenland met het Evangelie wil bereiken. Hij richtte de organisatie als 22 Ministries in 1991 op. In Nederland is Transform Iran vanuit Almere actief.
Waarom hebt u Transform Iran opgericht?
„In Iran had ik een ingenieursbureau. Maar na de eerste Golfoorlog, eind jaren 80, sprak God tegen mij dat ik het land moest verlaten en vanuit het buitenland in Zijn Koninkrijk werkzaam moest zijn. Ik moest gehoorzamen. We gingen toen in Engeland wonen.
In het Verenigd Koninkrijk bad ik tot God met de vraag wat ik in Zijn Koninkrijk moest doen. Hij antwoordde mij: „De kerk in Iran zal de komende jaren fel vervolgd worden. Maar op een dag zal het land openstaan voor het Evangelie. Bereid de kerk hierop voor.
God riep mij met de woorden uit 2 Timotheüs 2:2: „En hetgeen gij van mij gehoord hebt onder vele getuigen, betrouw dat aan getrouwe mensen, welke bekwaam zullen zijn om ook anderen te leren.”
Vanuit Europa moest ik dus Iraniërs in aanraking brengen met Gods Woord. En daar zijn we vanaf dag één mee bezig geweest. We bezoeken Iraanse christenen in Europa, we stichten kerken en we proberen vanuit Europa de kerk in en buiten Iran te dienen.”
Hoe is de situatie van de kerk in Iran?
„Het aantal christenen explodeert op dit moment. Er zijn er al meer dan een miljoen moslimbekeerlingen in Iran. Steeds meer Iraniërs zetten vraagtekens bij de islam.
Ik ben er diep van overtuigd dat God wil dat de kerk in Iran zal herleven. Daar heb ik Bijbelse redenen voor. In Handelingen 2:9 staat de uitstorting van de Heilige Geest over de heidenvolken beschreven. De volkeren die daar het eerst genoemd worden zijn de Parthers, Meders en Elamieten: allemaal volkeren die vanouds in Iran leven.
In het verleden wilde God al werken in Iran. Maar het Iraanse christendom was jaren in zichzelf gekeerd. We waren tevreden met wat we hadden: onze kerken, weelde en godsdienst. Daarom bekeerden weinig moslims zich tot het christendom. Maar God is vol van genade. Hij geeft ons nu een tweede kans. Dat staat al voorzegt in Jeremia 49:39: „het zal geschieden in het laatste der dagen, dat Ik Elams gevangenis wenden zal”.”
Wat gebeurt er bij Iraanse moslims dat ze christen worden?
„God gebruikt daar vaak dromen en visioenen voor. Soms manifesteert Hij Zich zelfs lichamelijk aan moslims. Jezus staat dan als het ware voor hen in een witte mantel. Of Hij klopt op hun huisdeur om binnengelaten te worden. Een ander maakt mee dat God hem geneest. Zulke ervaringen herhalen zich soms wel drie keer. Christus openbaart zich aan moslims en zegt dan tot hen: „Ik ben Jezus: Zoek Mij”.”
Welke uitwerking hebben zulke geestelijke ervaringen als dromen en visioenen?
„Het zorgt voor radicale veranderingen bij de mensen die ze meemaken. Moslims gaan Jezus zoeken; ze gaan de Bijbel onderzoeken en worden christen. Ze zijn zelfs bereid voor Christus de dood in te gaan, want ze hebben iets geproefd van de liefde van God tot hen.
Als moslimbekeerlingen een droom hebben gehad, kunnen ze hun mond ook niet meer houden over Jezus. Het is met hen als met de melaatse over wie we lezen in Markus 1:44 en 45. Hij mocht niemand vertellen dat Jezus hem genezen had. Maar de gereinigde melaatse begon dat juist overal te vertellen.
Ik had ook zo’n vriend: pastor Hussein. Omdat hij zo vrijmoedig met zijn buurtgenoten over Jezus sprak, waarschuwde ik hem: Je moet Iran verlaten. Anders arresteert de politie je en moet je sterven. Hussein antwoordde: „Wat dan? Mijn leven is in Gods hand. Hij zal mij bewaren en als Hij wil dat ik sterf; Zijn wil geschiede.” Wat ik vreesde, gebeurde. Agenten hingen hem in de gevangenis op. Zijn vrouw mocht hij niet eens meer gedag zeggen.
Maar deze gruwelpraktijk had juist een averechts effect op moslims in de woonplaats van Hussein. Zij plaatsten na Husseins dood vraagtekens bij de islam: zo’n barbaarse godsdienst kan niet goed zijn, redeneerden ze. Velen van hun zijn christen geworden.”
Is zo’n droom of visioen altijd van God of gebruikt de duivel zulke ervaringen ook om mensen van Christus af te houden?
„Het is net als met een mobiele telefoon. Dromen kunnen goed zijn en ze kunnen verkeerd zijn: op je mobiel kun je porno kijken, maar je kunt er ook de Bijbel op lezen. Zo kan de satan ook dromen misbruiken.
Meerdere gedoopte bekeerlingen vertelden mij dat ze een droom van Allah kregen. Hij zei dat Jezus geen God was en waarschuwde dat hij hen zou pijnigen als zij de islam vaarwel zouden zeggen. Satan geeft niet op.
Een droom kan natuurlijk ook eigen inbeelding zijn. Ik vraag altijd aan mensen die een droom hebben ervaren naar de uitwerking: Ervaar je nu vrede en vreugde in Christus? Een droom of gezicht van satan geeft onrust in het hart. God geeft rust en vrede. Dat is de test of het van Jezus was.”
In het Westen ervaren christenen nauwelijks dromen of visioenen. Hoe komt het dat Iraniërs dit wel meemaken?
„Dat heb ik een tijdje geleden ook ervaren. Ik was op een conferentie in Zweden. Daar vroeg ik hoeveel van de Zweedse deelnemers de afgelopen maand een droom van God hadden gekregen. Niemand stak zijn hand op. Toen ik het aan de Iraanse aanwezigen vroeg, staken ze bijna allemaal hun hand op.
Ik denk dat westerse christenen te veel gericht zijn op het zichtbare. Zolang het niet tastbaar of verifieerbaar is, geloven ze het niet. Oosterse christenen zijn spiritueler gericht. Ze geloven in het bovennatuurlijke.
Ik denk dat het ronduit Bijbels is om te geloven dat God dromen gebruikt. Abraham, Mozes, Jakob, Jozef, Daniël, Petrus en Paulus; allemaal kregen ze dromen van God.”
U bent een project gestart om de Bijbel te vertalen voor Iraanse christenen. Waarom is dat nodig?
„Er is weliswaar al een Bijbelvertaling in het Farsi, de officiële taal van Iran. Maar uit onderzoek blijkt dat 55 procent van de Iraanse christenen die taal thuis niet spreekt. Zij spreken talen als Gilaki of Luri. In die talen is de Bijbel niet beschikbaar. Als die mensen Gods Woord in hun eigen taal kunnen lezen, komt de inhoud dichter bij hun hart.
Op dit moment zijn veel Iraanse christenen niet diepgeworteld in het geloof. Ja, er zijn meer dan een miljoen moslimbekeerlingen en hun aantal groeit explosief. Maar ik ben bang dat als de deuren van Iran naar het Westen opengaan en een stormvloed van modernisme ons land overspoelt, het zaad van het Evangelie wegspoelt als mensen de Bijbel niet in hun eigen taal kunnen lezen.
Daarom heeft Transform Iran vertaalprojecten lopen. Honderdvijftig vertalers werken voor ons. Zij hebben de Bijbelse boodschap in vijftig verhalen gebundeld en in twaalf talen vertaald.
Andere instituten zijn ook wel bezig met het vertalen van de Bijbel, maar zij boeken niet snel genoeg voortgang. Ze hebben alleen al vijftien jaar nodig om een Nieuw Testament te vertalen. Ik heb die tijd gewoon niet.”
Sinds de dood van Mahsa Amini in september zijn er protesten in Iran. Hoopt u op een snelle verbetering van de situatie voor Iraanse christenen?
„Er zijn weliswaar berichten dat de protesten aan kracht inboeten, maar ik geloof dat deze beweging niet valt te stoppen. Het is als exploderende dynamiet. Mensen hebben ook niets meer te verliezen. Leven of dood maakt hen niet meer zoveel uit. Ook al schiet het leger op hen, ze blijven de straat opgaan.
Ik geloof dat God wil dat de situatie nu verandert. Alles ligt in Zijn hand. Niet in de macht van de ayatollah. God zal ons land verlossen van het regime. Dan zal het volle licht van het Evangelie in het land gaan schijnen.”
Wat kunnen westerse christenen voor de vervolgde kerk in Iran betekenen?
„Voor gelovigen in het Westen is het belangrijk op de hoogte te blijven van de situatie in Iran. Als ze weten wat het land nodig heeft, komt er ook gebed voor de situatie. Het is belangrijk te beseffen dat als God wil dat Iran een christelijke natie wordt, het ingrijpende gevolgen heeft voor het hele Midden-Oosten. Het zal vrede geven met Israël en het zal een positieve invloed hebben op de hele regio.
We moeten ons voorbereiden op Christus’ komst naar Iran. Dat zouden westerse christenen ook in Europa moeten. Zij zijn nu vaak als een spons. Ze gaan wel naar de kerk en horen preken voor zichzelf vruchtbaar aan, maar zenden zelf geen licht uit. En dat terwijl Christus zegt: „Een stad boven op een berg liggende, kan niet verborgen zijn.” Als iedere westerse christen dit jaar zou besluiten één persoon tot Jezus te brengen, dan zou de Europese kerk ook enorm gaan groeien.”