Van der Burg: nog geen extra opvangcapaciteit voor minderjarigen
Er is nog altijd geen extra capaciteit voor de opvang van minderjarige vreemdelingen die in hun eentje naar Nederland zijn gekomen. Staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) heeft in oktober alle provincies gevraagd om ten minste 25 eengezinswoningen te regelen waar deze zogenoemde amv’s ondergebracht kunnen worden, maar dat heeft niks opgeleverd. „Het lukt niet”, schrijft hij aan de Tweede Kamer.
Bij de opvang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen is nog altijd sprake van „een zeer urgente situatie”. Van der Burg ziet nog geen oplossing. Hij verlengt daarom een noodmaatregel voor jongeren die bijna 18 jaar worden. De organisaties die verantwoordelijk zijn voor de opvang, COA en Nidos, zoeken intussen verder naar meer capaciteit. „Dat kunnen zij echter niet alleen.”
De opvang voor amv’s die nog in de asielprocedure zitten, is helemaal vol. Ook als duidelijk is dat ze mogen blijven, lukt het niet om hen op de juiste manier onderdak te bieden. 150 van hen staan op een wachtlijst om door te stromen naar een plek bij de voogdijinstelling Nidos. Van der Burg hoopte dat de provincies zouden bijspringen met eengezinswoningen, maar zijn oproep heeft geen extra capaciteit opgeleverd.
Als noodmaatregel worden alleenstaande vreemdelingen die 17 jaar en 9 maanden zijn, opgevangen in de reguliere asielopvang. Die maatregel ging in op 1 november voor een periode van vier maanden. Sindsdien zijn 270 jonge mensen overgeplaatst. De maatregel wordt nu voor zes maanden verlengd.
D66-Kamerlid Anne-Marijke Podt vindt dat Van der Burg meer moet doen voor deze groep vreemdelingen. Ze dient donderdag bij een debat hierover een vierpuntenplan in. Als gemeenten en provincies afspraken maken over opvangplekken voor asielzoekers, moeten ze wat haar betreft ook vastleggen hoeveel plekken er komen voor amv’s. Hetzelfde geldt voor de plannen voor de huisvesting van statushouders, die in Nederland mogen blijven. Gemeenten zijn verplicht om voor deze groepen huisvesting beschikbaar te stellen, en in die taakstelling moet ook vastgelegd worden wat er voor amv’s geregeld is.
Podts plan gaat ook over de kwaliteit van de opvang. Die moet volgens haar uiterlijk op 1 mei naar een normaal niveau gebracht zijn. Dat wil zeggen dat er genoeg begeleiding is, dat ze niet meer in te grote groepen opgevangen worden en dat ze geschikt onderwijs krijgen. Er is een „duidelijk en realistisch transitieplan nodig”, vindt Podt. Ze bepleit daarnaast dat de amv’s zo min mogelijk hoeven te verhuizen naar een andere gemeente.