De ramp bij East Palestine trok in Amerika veel aandacht. Begin februari ontspoorde daar een goederentrein als gevolg van een gebroken treinas. Daardoor raakten 38 van de 150 wagons, geladen met gevaarlijke stoffen, buiten de rails. Er vielen geen doden, maar er kwamen wel giftige stoffen vrij. De angst bij de 4600 inwoners van East Palestine is groot. Zij vrezen de mogelijke gezondheidseffecten op langere termijn van de uitstoot van de gevaarlijke stoffen.

De kritiek van de bevolking richt zich op de laksheid van de autoriteiten bij de aanpak van de ramp en op het slechte onderhoud van het spoor en de treinen. Uit angst te worden gemolesteerd, liet de spoorwegmaatschappij zich niet zien op een bewonersbijeenkomst. Wel zeggen de spoorwegen dat metingen hebben aangetoond dat de bevolking geen gevaar loopt.

Winstbejag

Ongelukken op het spoor zijn in de Verenigde Staten aan de orde van de dag. Volgens de Federal Railroad Administration (FRA) waren er vorig jaar 1044 ontsporingen, een stijging van 4,2 procent ten opzichte van het jaar 2021. Toen vonden er 1002 plaats. Niet elk ongeval heeft de impact van een ramp zoals die ruim twee weken geleden in East Palestine plaatsgreep.Bij veel ongevallen gaat het om een botsing tussen een trein en een personenwagen. In de VS zijn nog veel spoorwegovergangen onbewaakt.

Dat neemt niet weg dat door het treinongeluk in Ohio in de VS een discussie is losgebarsten over de belabberde situatie op het spoor. Dat gebeurt mede omdat recent enkele rampen hebben plaatsgevonden die vergelijkbaar zijn met het ongeluk in East Palestine.

Vorige week donderdag crashte een goederentrein van de maatschappij Norfolk Southern bij Van Buren Township in de staat Michigan. Zes wagons liepen uit de rails. Een daarvan was geladen met gevaarlijk chloor. In oktober vorig jaar ontspoorde een trein van dezelfde spoorwegonderneming bij de plaats Sandusky (Ohio). Daarbij kwam naar schatting 20.000 vloeibare liters paraffinewas vrij. Slechts enkele weken daarna was er ongeluk met een andere Norfolk Southerntrein in Illinois waarbij tienduizenden liters van een brandbare chemische stof wegvloeiden. Eerder vorig jaar, in mei, gebeurde in het westen van Pennsylvania een ongeluk met een trein van dezelfde maatschappij. Daarbij lekten er enkele tienduizenden liters zeer brandbare olie weg. Negen tankwagens vielen in een kreek aan de monding van de rivier de Allegheny.

Norfolk Southern, de op vier na grootste spoorwegmaatschappij in de VS, heeft vooral een slechte reputatie op gebied van veiligheid. Ze was vorig jaar goed voor meer dan de helft van de schade veroorzaakt door incidenten met treinen met gevaarlijke stoffen aan boord.

De oorzaken van deze treinongelukken zijn divers. Een belangrijke factor is dat de spoorwegmaatschappijen in particuliere handen zijn. Doorgaans nemen de eigenaren het uit winstbejag niet zo nauw met de veiligheidsvoorschriften en evenmin met het onderhoud.

Haperende wissels

Om kosten te besparen, proberen spoorwegen met zo min mogelijk personeel zoveel mogelijk goederen te vervoeren. Treinen met een lengte van ruim 3 kilometer waarop niet meer dan twee machinisten zitten, zijn geen uitzondering. „Daardoor is de controle op wat er achter in de reeks wagons gebeurt minimaal”, stelt de FRA. „Het komt voor dat enkele wagons die kapot zijn nog vele mijlen worden meegesleept zonder dat de twee machinisten iets merken.”

Ook het onderhoud van de rails schiet tekort. De FRA spreekt van breuken in de spoorstaven, vermolmde dwarsliggers en haperende wissels. „De toenemende gevaren van gevaarlijke treinontsporingen is absoluut een nationale kwestie die grotendeels onopgemerkt blijft tot een tragedie zoals East-Palestine”, zegt Nathan Karlin, een advocaat uit Kansas wiens bedrijf zich richt op het procederen over treinongevallen.