Cultuur & boeken

Louise Fresco: „Er is nog nooit zo veel voedsel geweest voor zo’n lage prijs”

De hongersnood in Biafra raakte Louise O. Fresco als tiener diep. Ze besloot landbouwkundige te worden. Ze zet zich nog altijd in voor het uitbannen van honger en is er optimistisch over dat het kan, zelfs nu het klimaat verandert. „Er is geen reden om te denken dat de wereld ten onder gaat.”

Petra Noordhuis, ND
21 February 2023 14:30Gewijzigd op 21 February 2023 15:39
Louise Fresco: „Er wordt vaak gedaan alsof er niets gebeurt tegen klimaatverandering en biodiversiteit, maar we bewegen a inl de goede richting.” beeld Leonard Walpot
Louise Fresco: „Er wordt vaak gedaan alsof er niets gebeurt tegen klimaatverandering en biodiversiteit, maar we bewegen a inl de goede richting.” beeld Leonard Walpot

„Tweehonderd jaar geleden overleden twee van de drie mensen voor hun 35e”, zegt landbouwkundige, bestuurder en schrijver Louise O. Fresco, terwijl ze om zich heen kijkt in het café in Amsterdam waar ze een interview geeft over haar nieuwe boek ”Ons voedsel”. „Dat zou betekenen dat in een zaal als deze twee derde van de mensen al niet meer had geleefd. Dat kun je je toch niet meer voorstellen?”

We zijn volgens haar in het Westen in een tijd beland van ongelooflijke, ongekende overvloed. „Er is nog nooit zo veel voedsel geweest voor zo’n lage prijs. Honderd jaar geleden had de helft van de wereldbevolking niet genoeg te eten. Zeventig jaar geleden, dus in de jaren vijftig, gaven Nederlanders nog de helft van hun geld uit aan voedsel. Het leven is makkelijker geworden. We overlijden ook bijna niet meer aan infecties, we sterven bijna niet meer in het kraambed en we leven langer. Mij viel op bij het zien van de oude beelden van de watersnood hoe arm de mensen waren. Ze leefden in halfsteense huisjes, de mestton nog in de gang, nauwelijks meubilair.”

Fresco was als tiener geschokt door de eerste fotoreportage van een hongersnood die in 1968 in de westerse pers verscheen. Het ging om de hongersnood in Biafra, toen een onafhankelijke staat in Nigeria. De beelden van uitgehongerde kinderen met gezwollen voeten, losse plukken haar en een gebutste kom in twee handen, raakten Fresco erg.

Ze vroeg op haar school aandacht voor de hongersnood met een opmerkelijke actie. In de schoolkantine konden de kinderen een dag lang niets anders krijgen dan een kom rijst. „Zo begon mijn levenslange fascinatie voor het wereldvoedselprobleem, voor schaarste, armoede en de effecten daarvan op mensen”, beschrijft ze in ”Ons voedsel”. Ze besloot landbouwkundige te worden om wat aan het wereldvoedselprobleem te doen, een opvallende keuze voor een meisje dat niet uit een boerenfamilie kwam. „Niemand ging iets dergelijks studeren.”

”Ons voedsel” is Fresco’s meest persoonlijke boek tot nu toe. „Veel mensen vroegen mij: „Vertel nou eens iets persoonlijks.” Ze wilden weten wat mijn drijfveren zijn.” Dit was een van de redenen voor haar om het boek te schrijven. Het staat vol kleurrijke herinneringen aan haar reizen naar tientallen landen en haar inspanningen om meer mensen voedselzekerheid te geven.

Op een associatieve manier beschrijft ze de verhalen achter onze maaltijden, over schaarste en overvloed, geboden en verboden, gezondheid en ziekte en de verhouding tussen de mens en de planeet. Ze vertelt hoe haar denken over voedsel zich heeft ontwikkeld en gaat in op de kritiek die zij vaak krijgt; dat ze te optimistisch is en grote problemen als klimaatverandering en biodiversiteitsverlies zou bagatelliseren.

Mythevorming

Op haar beurt is Fresco kritisch op de mythevorming over voedsel, waardoor sommige mensen gewone, gezonde producten als brood en melk niet meer durven eten. „De autoriteit die er vijftig jaar geleden was van de kerk, de overheid, de huisarts en het hoofd van de dorpsschool, is helemaal weggevallen. Mensen zijn nu teruggeworpen op hun eigen autoriteit. Omdat de wereld complex is, zoeken mensen naar nieuwe figuren van autoriteit. Vandaar de grote successen van influencers, mensen die ergens voor staan en zich op deelgebieden als goeroe presenteren. Mensen die niet echt de biochemische achtergrond hebben, maar wel met groot aplomb beweren dat je ’s ochtends met een groene smoothie moet beginnen en dat je vooral geen gewone melk mag drinken.”

Wetenschappers en journalisten dragen volgens haar bij aan de mythevorming over voedingsmiddelen. „De druk op de wetenschap om met resultaten te komen, liefst spectaculaire, is heel groot. Als je als wetenschapper zegt: „Ik wil voor tien jaar geld en ik weet niet precies of er wat uit het onderzoek komt”, maak je niet zo veel kans. Wetenschappers worden ook door de pr-afdeling van de universiteit aangemoedigd om met resultaten te komen. Zo’n afdeling was er vroeger niet. Zo komen er telkens spectaculaire resultaten in de media, waar de politiek dan weer op reageert.”

Religie

Voedsel is sinds het begin van de mensheid omgeven met gedachten van goed en kwaad, zegt Fresco. „In mijn boek ”Hamburgers in het Paradijs” heb ik uitgebreid beschreven dat alle religies strenge voorschriften hebben over voedsel, wat logisch is, want voedsel is letterlijk overleving. Voedsel is ook verbonden met normen en waarden en met identiteit. Als jij zegt dat je een ”haverlatte” drinkt, dan zegt dat iets over wie je bent. Als dan een ander zegt ”dat is niet zo logisch” of ”dat is niet zo verstandig”, voel jij je aangetast in je identiteit.”

Fresco vindt dat journalisten veel meer moeten doorvragen bij extreme uitspraken over voedsel dat goed of juist slecht zou zijn. Ook doemdenkers moeten wat haar betreft kritischer benaderd worden, zoals mensen die beweren dat Afrika ten onder gaat door klimaatverandering en de sterke bevolkingstoename. „Je kunt ook zeggen dat wij de verantwoordelijkheid hebben om Afrika te helpen ontwikkelen.”

Afrika is nog steeds overwegend afhankelijk van geïmporteerd voedsel en ondervoeding is er nog niet uitgebannen, schetst Fresco. „Aan het eind van deze eeuw zal de Afrikaanse bevolking verdubbeld zijn. Niemand weet hoe al die mensen gevoed zullen worden. Tegelijk heeft Afrika veel potentieel. Zo zijn er grote rivieren en meren voor irrigatie. We moeten kennis en middelen in Afrika investeren om ervoor te zorgen dat de mensen er een menswaardig bestaan hebben.”

Politieke vraag

Of we dat echt gaan doen, is volgens haar een politieke vraag. „Vanuit mijn positie pleit ik ervoor dat wij onze verantwoordelijkheid nemen. Er leven eind deze eeuw 4 miljard mensen in Afrika en maar een 0,5 miljard in Europa. Je kunt niet denken dat er een Fort Europa is waar wij gelukkig zijn terwijl de mensen een paar honderd kilometer ten zuiden van ons een onleefbare samenleving hebben. Dat is geen evenwichtige wereld. Het is ook in ons belang om er goed over na te denken wat wij daar kunnen betekenen.”

Ze werkt zelf nog steeds aan meer voedselzekerheid in Afrika. „Ik ben deze maand in Marokko om in samenwerking met universiteiten in Afrika en het bedrijfsleven een fonds op te zetten voor samenwerking tussen Afrikaanse landen op het gebied van landbouw, voeding en water. Doel is meer uitwisseling van ideeën tussen Franstalige en Engelstalige Afrikaanse landen; het gaat dus om Afrikaans-Afrikaanse samenwerking en niet om Europees-Afrikaans.”

Deltatechnieken

Fresco maakt zich zorgen over de effecten van een dramatische interpretatie van gegevens over klimaatverandering. „Ik vind het een vreselijk idee dat er kinderen en jongeren opgroeien met het idee dat de wereld in 2050 vergaat. Doemdenken is niet constructief, omdat het niet tot oplossingen leidt, maar tot een algemene somberheid die verlammend kan werken. Behoudens een wereldoorlog met atoombommen, is er geen reden om te denken dat de wereld ten onder gaat.”

De geschiedenis leert ons dat mensen zich kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden, zegt Fresco. „Het zou kunnen dat bepaalde gebieden door klimaatverandering minder geschikt worden voor landbouw. Dat is geen totaal nieuwe situatie. In de twaalfde en dertiende eeuw was het warmer in Europa; in Schotland werden druiven verbouwd en in het zuiden van Scandinavië groeide tarwe.

In de zeventiende eeuw was het echt kouder. En de Sahara was vroeger veel groener dan die nu is. Er zijn verschuivingen en daar moeten we oplossingen voor verzinnen. Maar dat kunnen we ook. Twee derde van onze Nederlandse economie ligt onder zee­niveau. Met onze deltatechnieken kunnen we landen helpen die het moeilijk hebben met de zeespiegelstijging. In Bangladesh gebeurt dat al heel succesvol.

Er wordt vaak gedaan alsof er niets gebeurt tegen klimaatverandering en biodiversiteit, maar we bewegen al in de goede richting. Steden maken plannen voor vergroenen en recyclen en tegen voedselverspilling. De loop van beken wordt hersteld. Het gebruik van kunstmest wordt afgebouwd. Dat we destijds veel kunstmest gebruikten, deden we niet uit foute bedoeling, maar omdat we niet beter wisten. De zorg over ons voedsel was na de Tweede Wereldoorlog heel groot, men heeft gedaan wat toen goed leek. Er is een zelfcorrigerend vermogen.”

Boekgegevens

19073418.JPG

”Ons voedsel”, Louise Fresco; uitg. Prometheus; 256 blz.; € 23,99

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer