Meer beleggingen in opkomende markten door Nederlandse huishoudens
Nederlandse huishoudens hebben vorig jaar meer belegd in opkomende markten zoals China, Zuid-Afrika en Brazilië. Dat meldt De Nederlandsche Bank (DNB). De totale waarde van die beleggingen nam wel af vanwege koersverliezen.
Volgens DNB stroomde vorig jaar voor netto 162 miljoen euro naar beleggingen in opkomende markten, hoofdzakelijk via beleggingsfondsen. Dat was 76 miljoen euro in 2021 en 31 miljoen euro in 2020. DNB stelt dat door de lage spaarrente het voor beleggers aantrekkelijker is om meer risico te nemen. Opkomende markten worden gezien als alternatieve beleggingscategorie, waar meer rendement wordt verwacht.
De totale waarde van de beleggingen van huishoudens in opkomende landen ging dus wel omlaag, vanwege verliezen op de financiële markten. Die totale waarde bedroeg eind vorig jaar ruim 2,2 miljard euro, tegen het recordniveau van meer dan 2,6 miljard euro eind 2021. Daarmee zijn beleggingen in opkomende markten goed voor circa 2 procent van het totale effectenbezit van Nederlandse huishoudens. Het totaal van alle beleggingen van huishoudens stond eind vorig jaar op 156,5 miljard euro, aldus DNB.
DNB stelt dat binnen de aandelenportefeuille van beleggingen in opkomende markten de kroon wordt gespannen door Zuid-Afrika. Dat komt vooral door posities in Naspers, het moederbedrijf van de in Amsterdam genoteerde techinvesteerder Prosus. Daarna volgen China, inclusief Hongkong, en Brazilië.