Windpark in strijd met Europees recht, maar mag voor nu doorgaan
De plannen voor het windpark bij het IJsselmeer mogen doorgaan, ook al zijn deze in strijd met het Europees recht. Dat concludeert de bestuursrechter in Utrecht vrijdag. De regering wil begin 2024 sowieso nieuwe regels introduceren die binnen het Europees recht vallen. De periode tussen nu en 2024 is relatief kort, en daarom mag het windpark in april toch in gebruik worden genomen.
Echter: als de planning van de regering voor de nieuwe regels met milieubeoordeling worden uitgesteld, dan moet de gemeente de zaak opnieuw bekijken, vindt de rechter. Ook als er nog nieuwe uitspraken volgen in vergelijkbare zaken, moet de gemeente de vergunningen mogelijk alsnog intrekken. Bovendien benadrukt de rechtbank dat de bestuursrechter in de toekomst mogelijk nog tot een nieuwe uitkomst kan komen.
De zaak zit gecompliceerd in elkaar. In 2020 besloot het Europese Hof van Justitie in Luxemburg dat de Vlaamse regels voor windparken in strijd waren met het Europees recht. Dat komt omdat een milieubeoordeling ontbreekt. De Raad van State stelde vast dat dit ook een probleem is in de Nederlandse regels. Zo’n milieubeoordeling over slagschaduw, geluid en veiligheid van de windturbines is noodzakelijk. Door deze uitspraken is het onduidelijk wat er moet gebeuren met plannen voor windparken waarvan eerder de vergunningen al zijn goedgekeurd.
De gemeente Dronten en Windplan Blauw vonden dat het windpark - deels op land en deels in het IJsselmeer - nog steeds door mocht gaan met de tijdelijke overbruggingsregeling van de Nederlandse regering. Maar nog steeds gaat dat in tegen het Europees recht, oordeelt de bestuursrechter nu. „Daarvoor had net zo goed een milieubeoordeling moeten worden gemaakt.” Alsnog besloot de rechtbank Midden-Nederland de vergunningen niet in te trekken.