Meditatie: Weg wereld!
1 Johannes 2:17
„En de wereld gaat voorbij, en haar begeerlijkheid; maar die de wil van God doet, blijft in der eeuwigheid.”
Je hebt nu zelf toch ook in je vorige levensloop het beste, het uitnemendste wat de wereld je geven kan, voldoende ervaren. Je hebt ondervonden, overwogen en je bent erachter gekomen dat het allemaal niets dan ijdelheid is. Je bent immers ten volle gewaar geworden dat het, hoe goed je het ook gemaakt hebt, in het gunstigste geval maar een mengsel en een voortdurende wisseling van vreugde en droefheid is geweest en het uitnemendste wat je ooit in de wereld hebt kunnen najagen of het beste wat de wereld je heeft kunnen aanbrengen, je nooit ten volle heeft kunnen voldoen? Waarom wil je dan langer je genoegen zoeken waar het niet te vinden is? Is er enig vermaak in het feit dat men steeds verloren moeite doet? Maar stel dat je zo ontaard was dat je jezelf tevreden zou kunnen stellen met dingen die minder waard zijn dan je zelf bent –want weet dit, mijn ziel, dat je geschapen bent om over alle aardse schepselen te heersen–, toch zou deze zeer jammerlijke verandering van jezelf je geen voldoening geven bij het genieten van deze aardse dingen. Want de wereld vergaat en haar begeerlijkheid. Voor een korte tijd maar zou je dan tevreden kunnen zijn: slechts zo lang als die vergankelijke dingen van je bij je zijn en je tegenwoordige leven mag duren.
Willem Teellinck, predikant te Middelburg
(”Soliloquium”, 1628)