Pepijn Trapman: Mensen Syrië zijn hoop op betere toekomst kwijt
Lokale hulpverleners in Syrië zijn zelf ook getroffen door de aardbevingen. Ondanks de verliezen die zij leden, zetten zij zich in voor hun omgeving. Pepijn Trapman, operationeel directeur van Kerk in Actie, zocht hen in Allepo op.
Kerk in Actie, de diaconale organisatie van de Protestantse Kerk in Nederland, is een van de elf samenwerkende hulporganisaties die samen Giro555 vormen. Vorige week startte de organisatie een hulpprogramma om kerken te steunen die getroffen zijn door de aardbevingen. Operationeel directeur Pepijn Trapman reisde samen met een collega naar de Syrische stad Aleppo.
Wat is uw taak in Syrië?
„We bezoeken hier onze lokale collega’s. We zijn als organisatie al jarenlang actief in Syrië, waarbij het een van onze taken is om kerken weer op te bouwen. Enerzijds gaat het dan om het letterlijk opbouwen van kerken, anderzijds gaat het erom dat kerken weer een plek krijgen in de samenleving, doordat ze een diaconale functie vervullen. Op dit moment dienen kerkgebouwen als hulpposten. Iedereen die hulp nodig heeft kan daar terecht.”
Hoe staat het met de kerken in Syrië?
„De meeste kerken waar wij bij betrokken zijn, staan nog overeind. Er zijn wel kerken waar scheuren in zitten of die beschadigd zijn, maar redelijk veel kerken zijn nog in goede staat. Het is niet zo dat heel Aleppo in puin ligt. De ene wijk is erger getroffen dan de andere.”
Hoe reageren christenen op de situatie?
„Er werken veel lokale christenen bij onze partnerorganisaties. Ook zij zijn getroffen door de aardbevingen. Medewerkers hebben familieleden of huizen verloren. Toch zijn zij in staat zich daaroverheen te zetten en dienstbaar te zijn aan de samenleving.
Andere lokale christenen melden zich bij kerken om als vrijwilliger ingezet te worden. Zij willen ook hun steentje bijdragen.
Veel mensen in Syrië zijn echt alles kwijt. Niet alleen hun huis, bezittingen en familieleden, maar ook hun hoop op een betere toekomst. Daarnaast zijn mensen bang dat er nog een aardbeving komt. Ze durven daardoor de nacht niet in hun huis door te brengen.”
Hoe wordt er hulp geboden?
„Samen met andere organisaties bieden we onderdak aan. We zorgen voor dekens, matrassen, eten en drinken, schoon drinkwater en voorzieningen zoals toiletten. Doordat mensen vervuild drinkwater op hebben, is er hier cholera uitgebroken. Het aanbieden van voorzieningen is daarom erg belangrijk. De hulp die we nu geven, is erop gericht dat getroffenen kunnen overleven. We hebben er nog geen zich op hoe de hulpverlening er op de lange termijn uit zal zien.”
Lukt het om de hulp op de juiste plek te krijgen?
„We doen ons uiterste best. Ik denk dat we de omvang van de ramp pas later kunnen begrijpen. We hebben natuurlijk wel beelden gezien van de getroffen gebieden, maar ik denk dat de ernst van de situatie nog niet duidelijk is. Het gaat om een gebied dat twee à drie keer zo groot is als Nederland. Helaas is nog niet iedereen bereikt die hulp nodig heeft, al doen we ons uiterste best.
We hebben te maken met moeilijke omstandigheden. Het is koud en er is weinig tot geen elektriciteit. Bepaalde hulporganisaties zijn zelf ook getroffen, waardoor hulp soms pas later op gang komt.”
Pepijn Trapman over het werk van Kerk in Actie in Syrië