Advocaat: jonge IS-vrouw eerder slachtoffer dan verdachte
De Alkmaarse Amina E. (24) is volgens haar advocaat eerder slachtoffer van mensenhandel dan verdachte van terroristische misdrijven. Ze was nog maar 16 jaar toen ze uit haar tienerleven werd weggerukt en door familie naar Turkije en later Syrië is meegenomen. Een jaar later werd ze uitgehuwelijkt door haar broer. Ze zou hulp moeten krijgen in plaats van straf, zei haar advocaat dinsdag in de rechtbank in Rotterdam.
E. en haar zus Amal E. (37) behoren tot de groep van twaalf vrouwen die in november zijn teruggehaald uit Syrië. De groep wordt verdacht van terroristische misdrijven als vermoedelijke leden van de terroristische organisatie Islamitische Staat (IS). De rechtbank houdt deze week inleidende zittingen in hun zaken.
De advocaat deed tijdens de eerste zitting een vergeefs verzoek om Amina E. uit de vrouwengevangenis te krijgen, waar ze sinds november verblijft. E. volgde daar de zitting via een videoverbinding. Volgens haar raadsvrouw Mirjam Levy is E. als kind in een oorlogssituatie geplaatst door mensen die ze vertrouwde en kan justitie „haar moeilijk verantwoordelijk houden voor wat zich daar heeft afgespeeld”. De rechtbank wees het verzoek af, omdat deze stelling nauwelijks valt te beoordelen en de verdenkingen groot zijn.
De Alkmaarse zussen E. worden verdacht van deelname aan IS van augustus 2014 tot en met 1 november 2022 en het voorbereiden van terroristische misdrijven. „Beide zussen hebben naar de mening van het OM een grote rol gehad in de terroristische organisatie IS”, zei de officier van justitie. „Zo wordt Amal verweten dat ze dokter is geweest en ook korandocente. Amina wordt verweten dat ze ook in ziekenhuizen heeft gewerkt en wapentraining heeft gegeven. Ook zou ze explosieven hebben geproduceerd en er zijn aanwijzingen dat beiden deel uitmaakten van vrouwenbrigades.”
Ook de 33-jarige Tugba T. uit Utrecht blijft vastzitten. Zij wordt verdacht van deelname aan IS van juni 2014 tot november 2022. Volgens het OM werkte haar Turkse echtgenoot en vader van haar twee kinderen voor de politie van IS en verdiende het gezin daarmee een inkomen. Ze beroept zich op haar zwijgrecht waardoor justitie geen inzicht krijgt in haar drijfveren om naar het strijdgebied af te reizen.
Dinsdagmiddag behandelt de rechtbank nog een paar zaken, waaronder de zaak van de vrouw die wordt verdacht van het houden van een jezidi-vrouw als slaaf en een vrouw die wordt verdacht van plundering. Deze twee vrouwen zijn niet bij hun zaak aanwezig.