In bevrijd Oekraïne rijdt de trein zo snel mogelijk weer
Na de bevrijding bewijst de Oekraïense trein zijn economische en sociale waarde. Al loert het gevaar tijdens de rit.
Treinmachinist Vitali Tjalo toetert nog maar eens keer. Een paar honderd meter verderop tilt een man zijn fiets over het spoor. Zonder enige haast te maken steekt hij over. Tjalo (50) rijdt van Charkiv naar Derhatsji richting de grens met Rusland in het Oekraïense noordoosten. Soms passeert hij een door de oorlog verwoest gebouw. In Derhatsji moeten zijn passagiers overstappen naar een dieseltrein om verder te reizen. Vanaf hier is de bovenleiding door de oorlog te veel beschadigd, waardoor elektrische treinen niet verder kunnen rijden.
Het laatste station met de dieseltrein is Nova Kozatsja, op 10 kilometer van de Russische grens. Verder gaat de trein niet vanwege het gevaar op beschietingen. Maar de bewoners van deze regio kunnen in ieder geval weer reizen, nadat de Oekraïense krijgsmacht de omgeving van Charkiv in september bevrijdde. Zo snel als het kon, reden de treinen hier weer. Hetzelfde beeld bij andere bevrijde steden, zoals Balaklia en Cherson. Zodra een gebied bevrijd is, is de spoorverbinding het eerste dat werkt. Na de bevrijding gaan eerst de ontmijningsteams aan het werk, daarna begint het werk aan het spoor.
Het herstel van het spoor heeft prioriteit, stelt Tjalo. Want, legt hij al rijdend uit, de trein ontsluit gebieden. Hij helpt de economie vooruit. „Mensen moeten naar hun werk kunnen.” En de trein bewijst zijn sociale waarde. „De bewoners kunnen hun familieleden opzoeken die ze door de oorlog niet konden zien.”
Tjalo toetert voortdurend, richting spoorwegmedewerkers en als hij een station nadert. „Dat is voor de mensen die de trein niet zien aankomen.” De snelheid van de Sovjettrein ligt op 15 kilometer per uur. „We rijden op schema.” Het stationsgebouw van Lozovenka zit vol met kogelgaten.
Zijn eigen werk is sinds de oorlog stressvoller geworden, zegt Tjalo. Het gevaar loert. Zeker als hij richting de Russische grens rijdt. „Je weet nooit wanneer er raketten worden afgevuurd. Maar voorlopig is mijn trein nog nooit geraakt.”
Voor zijn veiligheid vertrouwt de treinmachinist op het oordeel van zijn bazen, in samenspraak met de Oekraïense krijgsmacht. „Als er gevaar dreigt, rijdt de trein niet. Bij geen gevaar is iedereen welkom. Als het luchtalarm klinkt, moeten we stoppen en de deuren openen voor de passagiers, zodat ze weg kunnen. Op stations kunnen ze de schuilkelder in.”
Wel of geen oorlog – het werk zelf is niet veranderd, meent Tjalo. „Het is onze plicht om passagiers te vervoeren, ongeacht de situatie. Het belangrijkste is dat waar wordt gevochten, we daar niet rijden.”