Meditatie: Weg boze wereld
Psalm 119:14
„Ik ben vrolijker in de weg van Uw getuigenissen, dan over alle rijkdom.”
Mogelijk hoop je, o ziel, dat het nog wel zal verbeteren: je zult je zaken voortaan voorzichtiger gaan behartigen. Bedenk echter, dat je dit al vaker hebt gehoopt, en altijd bedrogen uitkwam. Immers, wanneer je ergens enig genoegen in hebt gehad, is je dat snel ontnomen óf het is vlug verdwenen, en niets is je overgebleven, dan een vergeefse klacht over verloren moeite en tijd. Ja, bedenk toch eens: zijn niet vaak juist die dingen, waarover je jezelf het meest pleegt te verheugen, voor je veranderd in je ergste droefenis en kwelling? Je eer, je bezittingen, waarop je zo vertrouwde, je dierbare vrienden, je gewaardeerde familieleden van wie je zoveel hield, en die voorheen tot grote verkwikking voor je ziel waren, wanneer je dat alles hebt moeten missen, heb je daardoor niet des te meer droefenis en kwelling gehad, naarmate je meer vreugde en vermaak daarvan vóór die tijd had genoten?
Hoe kun je dan daaruit niet opmerken, dat het de Heere onze God goeddunkt (opdat Hij ons de wereld leert verloochenen), zo nu en dan telkens enige bitterheid te mengen door de zoete dingen, die we hier in deze wereld genieten kunnen? Dat ondervinden we immers elke dag? Waarom keer je dan niet eens tot jezelf in, en bedenk terdege dat de liefde der wereld en de dienst, die men daarin besteedt, slechts enkel bedrog en tovenarij is?
Willem Teellinck, predikant te Middelburg
(”Soliloquium”, 1970)