Even pas op de plaats. Om dankbaar te zijn, én vooruit te kijken
Nog vijf weken heeft de RD-actie te gaan. Het streefbedrag is gepasseerd en daarom geven GZB en Stichting Ismaël inzicht in hun plannen. De aardbeving die ook Aleppo trof, maakt extra geld hard nodig.
Diep onder de indruk is hij, GZB-directeur Martijn van den Boogaart. Onder de indruk van „de gulheid en betrokkenheid” van lezers en adverteerders. „Het maakte echt indruk op me toen ik dat getal van 1 miljoen als tussenstand gepasseerd zag worden.” Ook regio-coördinator Arie van der Poel neemt woorden als „heel verrast” en „boven verwachting” in de mond als hem wordt gevraagd hoe hij de RD-actie ervaart. „Het wijst erop dat de verhalen mensen echt geraakt hebben.”
Van der Poel benadrukt dat het hem zeker niet alleen om de opbrengst in euro’s gaat. „Als GZB hopen en bidden we voor meer betrokkenheid van Nederlandse christenen bij de kerk van het Midden-Oosten. En we hopen dat dit meeleven door de verhalen die langskwamen (en die nog gaan komen) verder vergroot wordt. We zien dat de kerk het daar zwaar heeft –ze is klein en kwetsbaar, gemeenteleden vertrekken– en dan is onze betrokkenheid voor pastores en gemeenteleden van niet te onderschatten waarde. Dat laten ze ons telkens weer weten.”
De regio-coördinator ziet ook een tegengestelde beweging: wat westerse christenen van hen kunnen leren. „Zij zitten daar als kleine minderheid in een heel moeilijke situatie, en het kan zomaar zijn dat wij als christelijke minderheid in Nederland door hen bemoedigd worden, iets van hun volharding in het geloof mogen leren.”
Wat op Van der Poel indruk maakt is dat de kerk er zoveel betekent voor de rest van de bevolking, en daar ook om gewaardeerd wordt. „De inzet voor anderen, bijvoorbeeld met de medische projecten in Aleppo en Homs, laat zien dat een kleine minderheid wel degelijk relevant kan zijn, wordt gezien en gewaardeerd.” Dat kan zomaar geestelijke gevolgen hebben, weet Van den Boogaart. „Aan de ene kant wordt de kerk kleiner, maar er is ook een tegenbeweging: van moslims die tot geloof komen. Dat gebeurt druppelsgewijs, niet massaal, maar het gebeurt.”
Wat maakt christelijke hulp zo bijzonder?
„Als ik de mannen en vrouwen van het Social Action Comité (SAC) in Beiroet bezig zie”, zegt Van der Poel, „dan is het bijzondere van hun bezig zijn dat ze echt proberen te luisteren naar, en mee te leven met mensen die bij hen aankloppen (hun hulploket in de wijk Burj Hammoud maakt deel uit van de RD-actie). „Wat ze daar doen heeft niets van „hier heb je wat geld, ik hoop dat het helpt, goedendag”. Nee, echt hoop bieden in vaak hopeloze situaties is wat ze doen. En dat gebeurt via een persoonlijke benadering, door te luisteren. Zodat mensen het zelf gaan opmerken: jullie proberen mij echt verder te helpen.”
Is dat ook de reden waarom de GZB het liefst meerdere jaren een project steunt?
Van der Poel: „Klopt, dat is voor ons heel belangrijk! Woorden als trouw-zijn en betrouwbaarheid staan bij ons hoog aangeschreven.” Van den Boogaart voegt eraan toe dat dankzij de hogere opbrengst van de RD-actie de GZB langer dan gepland bij de ingediende projecten, bijvoorbeeld die in Beiroet, betrokken kan blijven. Niet twee, maar drie jaar.” Van der Poel: „We zijn ontzettend dankbaar dat we nu meer middelen krijgen om daar langer bezig te zijn.” Een tweede extra is er voor het hulp-loket van de Armeense kerk in Beiroet. Daar kan nu een derde maatschappelijk werker worden aangenomen. Van der Poel: „Je hebt zelf gezien hoe de twee vrouwen die daar nu werken –Lena en Taline– overspoeld worden met aanvragen en verzoeken om hulp – zó hoog is de nood. Maar met z’n tweeën houden ze dat niet vol.”
Aleppo zit ook als GZB-project in de RD-actie…
„Voor de kliniek van ds. Ibrahim Nseir vroegen we 150.000 euro voor twee jaar. De voorganger van de presbyteriaanse kerk is nu intensief betrokken bij het lenigen van nood onder aardbevingsslachtoffers in Aleppo. Daarom willen we die 150.000 euro verhogen met 50.000 euro, mogelijk later met nog meer. Dit bedrag komt dan uit de extra opbrengst van de RD-actie die ons wordt toegewezen en die nu zo’n 170.000 euro bedraagt. Gelukkig is de kliniek ongedeerd gebleven, dus deze hulp kan direct via artsen en andere medewerkers van ds. Nseirs project worden verleend.”