In Sanliurfa, een stad in het zuidoosten van Turkije, is het stof van de aardbeving neergedaald. De doden zijn geborgen, het zoeken is gestaakt. Ontheemden willen niet klagen, want elders is het nog erger.
Een wit beklede stoel met een bruin bladermotief balanceert tussen het puin. Ernaast hangt een vloerkleed, van de bovenburen. Rechts erboven houden twee betonijzers een matras in de lucht. Aan een snoer bungelt een strijkijzer. In één klap was de rol van al deze voorwerpen zondag- op maandagnacht uitgespeeld. Van de eigenaren valt enkel het beste te hopen.
De weg voor het ingestorte pand in de Turkse stad Sanliurfa is door de politie met linten afgesloten. Iets verderop eenzelfde tafereel. Aan een brede boulevard wordt de rij flatgebouwen ineens onderbroken door een grote berg puin. Politie ziet erop toe dat niemand te dicht in de buurt komt, de hele straat is afgezet. „Het is nog altijd gevaarlijk”, verklaart een agent. Mensen wandelen aan de overkant langs, staan even stil, praten in groepjes met elkaar.
Sanliurfa is er in vergelijking met andere steden in het aardbevingsgebied nog goed van afgekomen. Er zijn weliswaar tientallen gebouwen ingestort, maar het overgrote deel van de stad heeft de bevingen doorstaan. Min of meer, althans: hier zijn enkele muurplaten naar beneden gezeild, daar is een gat in een muur geslagen. Bij een moskee liggen grote brokken steen op de trappen naar de ingang, er gaapt een gat in het dak.
Lokale media schrijven dat de ramp in deze regio aan 127 mensen het leven heeft gekost, terwijl er ruim 2500 gewond raakten. De gouverneur van de provincie Sanliurfa, Salih Ayhan, twitterde donderdag over een begrafenis van zes van de slachtoffers, uit één familie. Haci Halik Bulut, Haci Islim Bulut, Haci Mehmet Bulut, Haci Zübeyde Bulut, Mehmet Sükrü Bulut, Islim Bulut.
Baby
Ontheemden zijn vooral blij dat ze de ramp hebben overleefd. Ahmed vertelt hoe er grote scheuren in de muren van zijn appartementencomplex trokken. De flat bleef overeind, maar de vraag is voor hoelang. Hij verblijft nu samen met tientallen anderen in een conferentiezaal van het Hilton Garden Inn Hotel in de stad.
„In andere steden is het nog veel erger”, relativeert hij zijn situatie. Rondom hem zitten mensen op kleedjes, met hun rug tegen de muur geleund. Naast hen staan plastic tassen met haastig bij elkaar geraapte spullen. Kinderen rennen rond.
De meeste ontheemden van Sanliurfa hebben onderdak gevonden in witte tenten die op veel open plekken in de stad zijn neergezet. Of het daar niet koud is met de nachtvorst? „Kom”, gebaart een man in een van de tentenkampen, terwijl hij het tentdoek uitnodigend openhoudt. Binnen wijst hij op een kachel, waarvan de pijp door het tentdoek naar buiten steekt.
Twee dochtertjes van de man kijken nieuwsgierig naar de gast. Iets verderop in het provisorische onderkomen buigt zijn vrouw zich over een baby in een reiswiegje. Met sprekende gebaren maakt de Turk duidelijk wat de aardbeving teweegbracht aan hun huis: verwoest.
Toch lijken de meeste mensen vooral dankbaar te zijn dat hen niets ergers is overkomen. „We hebben het overleefd”, zegt iemand verderop in het kamp, terwijl hij zijn tent wat strakker vastzet aan een hekje. „Op andere plekken is het nog veel erger.”