’Bedplassen en nachtmerries normaal in eerste weken’
Kinderen die direct of indirect betrokken zijn geweest bij de natuurramp in Azië, zullen vaak tijdelijk veranderen in hun gedrag. Ze zijn immers geconfronteerd met de vernietigende kracht van het water, zijn hierdoor met de dood bedreigd of hebben de doodsstrijd van anderen, soms familieleden, meegemaakt.
Dat zij daardoor weer gaan bedplassen of nachtmerries krijgen, is niet meer dan normaal, maar als dat na een aantal weken niet verdwijnt, is behandeling noodzakelijk. Dat zei psycholoog P. van der Velden van het Instituut voor Psychotrauma in Zaltbommel donderdag. Het instituut heeft onderzoek gedaan naar de gevolgen voor kinderen van de vuurwerkramp in Enschede en heeft na de zeebeving ook een medewerker naar het rampgebied in Azië gestuurd voor de eerste noodhulp op psychotherapeutisch gebied.
„Afhankelijk van de leeftijd zie je kinderen na zo’n traumatische ervaring terugvallen in gedrag. Ze worden vaak aanhankelijker, zoeken bescherming en veiligheid onder moeders rokken, hebben nachtmerries over de gebeurtenissen en gaan vaak weer bedplassen, hoewel ze al zindelijk waren. Kinderen gaan ook vaak de ramp naspelen, in een spel imiteren wat ze gezien en gehoord hebben", aldus Van der Velden.
Dat zijn in de eerste weken normale reacties op abnormale gebeurtenissen, maar als zulke symptomen langer aanhouden, is het zaak professionele hulp in te schakelen, vindt de psycholoog. In het geval van de ramp in Enschede is tot nu toe niet geconstateerd dat kinderen blijvend ernstig beschadigd zijn in hun emotionele ontwikkeling. „De gebeurtenissen zitten wel nog vaak in hun gedachten, maar dat is normaal", vertelt Van der Velden.
Ouders kunnen het best reageren door voor extra veiligheid te zorgen, omdat ze daar op dat moment behoefte aan hebben, en regelmaat en structuur in hun leven aan te brengen. „En vooral niet boos reageren op bijvoorbeeld het bedplassen", aldus Van der Velden.
Hij is van mening dat kinderen, ook jonge kinderen, die niet persoonlijk de tsunami in Azië hebben meegemaakt, wel moeten weten dat er zulke dingen gebeuren. Ze worden er op school toch ook mee geconfronteerd. „Je moet natuurlijk niet de hele dag CNN op hebben staan, maar kinderen kunnen best kijken naar een verslag van het Jeugdjournaal over de ramp." De hoeveelheid informatie die je een kind geeft, is ook weer afhankelijk van het type kind. „Ouders weten zelf wel of een kind snel emotioneel is of veel droomt over dit soort dingen."
Drie Nederlandse psychotraumacentra, gespecialiseerd in kinderen, hebben donderdag huisartsen en andere verwijzers opgeroepen alert te zijn op stressreacties bij kinderen die direct of indirect betrokken zijn geweest bij de tsunami. Van der Velden vindt dat zeker ook leerkrachten hier een rol in kunnen spelen. De drie instellingen schatten dat het om een groep van enkele tientallen Nederlandse kinderen gaat.