Dokters van de Wereld: te weinig hulp in Syrië na aardbevingen
De situatie in het noorden van Syrië is na de zware aardbevingen van maandag zeer zorgelijk. Dat stelt Dokters van de Wereld, de hulporganisatie die werkzaam is in de provincies Idlib en Aleppo. Er was al sprake van een humanitaire ramp en samen met de vrieskou is dit „een dodelijke combinatie”, zegt directeur Jasper Kuipers. Internationale hulp is er volgens de organisatie nauwelijks.
Dokters van de Wereld heeft negen klinieken in Syrië en is met 250 mensen in het getroffen gebied om medische hulp te verlenen. „Maandag zagen we vooral mensen met botbreuken, vandaag gaat het veel om onderkoelingsverschijnselen. Het is een gevecht tegen de klok, vanwege de lage temperaturen.” Hoewel hij berichten heeft ontvangen dat er dinsdagochtend nog mensen levend onder het puin vandaan zijn gehaald, dringt de tijd. „Het wordt deze week alleen maar kouder. Dan kun je niet overleven zonder beschutting.”
Zelf heeft Dokters van de Wereld ook enkele hulpverleners verloren bij de aardbevingen. Een tiental is nog vermist, onder wie hun coördinator. „We weten waar hij onder het puin ligt, maar kunnen hem niet bereiken.”
Volgens Kuipers is er nauwelijks internationale hulp in het gebied en gaat de aandacht vooral uit naar Turkije. „Daarbij is het ook lastig om het gebied binnen te komen. Aan de grens wordt streng gecontroleerd. Er zijn hier geen professionele reddingsteams en reddingshonden en mensen proberen zelf met blote handen door het puin te komen”, zegt Kuipers. „Vandaag is een kritieke dag. Ik hoop dat de hulp voor mensen daar nog op tijd komt.”
Veel Syriërs in het gebied leven in vluchtelingenkampen. Zij waren vanwege de oorlog al afhankelijk van humanitaire hulp en die wordt door de bevingen alleen maar bemoeilijkt. De organisatie deelt noodkits uit, waarmee mensen twee tot drie dagen kunnen overleven. Daarin zitten onder meer voedsel, water, dekens en medicatie. Kuipers zegt zich wel zorgen te maken over de hygiëne in de kampen. „Vorige week waren er al veel mensen met diarree en doken er gevallen van cholera op. De watertoevoer is door de bevingen waarschijnlijk beschadigd, waardoor het water vervuild is en ziektes kunnen uitbreken.”