Rechter velt oordeel in hoger beroep zaak Volt-Gündoğan
De rechter doet dinsdagochtend schriftelijk uitspraak in hoger beroep in de zaak tussen Volt en voormalig Volt-Kamerlid Nilüfer Gündoğan. Daarmee komt vooralsnog een einde aan het langslepende conflict tussen beide partijen.
Gündoğan werd door fractiegenoten Laurens Dassen en Marieke Koekkoek uit de fractie gezet, na beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag. Daartegen ging zij in verzet en de rechter gaf haar gelijk: Volt moest de schorsing terugdraaien en Gündoğan bovendien een schadevergoeding betalen. De partij had volgens de rechter „in de hele affaire te voortvarend een onjuiste weg bewandeld”.
Tegen dit besluit is Volt in beroep gegaan. De partij vindt namelijk dat fracties zelf gaan over hun organisatie en dat stemmen over het lidmaatschap van fractieleden vaker gebeurt. Eerder werden bijvoorbeeld Wybren van Haga (toen VVD, nu Groep van Haga) en Rita Verdonk (VVD) uit hun fractie gezet na een stemming. Volt vindt niet dat de rechter op de stoel van de politiek moet gaan zitten en dit gebruik kan verbieden.
Overigens gaat het Gündoğan, die nu als eenpitter verder gaat in de Kamer, er ook niet om of ze terug kan naar de Volt-fractie. „Ik pieker er niet over”, zei ze tijdens de behandeling van het hoger beroep. Wel wil ze dat het eerdere vonnis overeind blijft, zodat haar reputatie wordt hersteld.
Gündoğan zou zich volgens dertien melders binnen de partij schuldig hebben gemaakt aan handtastelijkheden, het maken van seksuele avances en intimidatie. Volt wilde daar onderzoek naar doen, maar vond dat dit niet goed kon worden uitgevoerd zolang Gündoğan nog werkzaam was op de fractie en schorste haar. Gündoğan deed later aangifte van smaad en laster tegen de melders, de partij en partijleider Dassen. Het Openbaar Ministerie seponeerde deze aangifte.