DNB: vertrouwen in overheid en centrale bank hard gedaald
Het vertrouwen van de Nederlandse bevolking in de overheid en De Nederlandsche Bank (DNB) is flink gedaald in het afgelopen jaar. Dat komt volgens onderzoek van DNB onder meer door de hoge inflatie, de oorlog in Oekraïne, de coronapandemie en de gestegen energierekening.
Afgelopen najaar had 66 procent „heel veel of tamelijk veel vertrouwen” in DNB en 22 procent in de politiek. In het voorjaar van 2021 was dit volgens de centrale bank respectievelijk 75 procent en 42 procent. DNB onderzoekt het vertrouwen al een aantal jaren en hield een aanvullende enquête in september en oktober afgelopen jaar.
„Vertrouwen hangt samen met veel factoren en in de afgelopen jaren is veel gebeurd dat vermoedelijk effect heeft op het vertrouwen van Nederlanders”, zegt DNB. De bank stelt ook dat de sterke prijsstijgingen „primair zijn veroorzaakt door factoren waar centrale banken en de overheid weinig invloed op hebben.”
Volgens de onderzoekers is het vertrouwen het laagst bij consumenten die sterke prijsstijgingen ervaren bij het doen van hun dagelijkse boodschappen en bij degenen bij wie de energierekening sterk is gestegen. In het najaar van 2022 ervoer bijna drie op de tien Nederlanders een prijsstijging van hun boodschappen van meer dan 30 procent in een jaar tijd. Bijna een op de vijf had te maken met een stijging in de maandelijkse energierekening van 150 euro of meer. „Verder zeggen veel mensen in reactie op de hoge inflatie zuiniger met geld om te gaan en minder energie te verbruiken om de energiekosten te verlagen.”
De hoge prijsstijgingen hebben niet alleen financiële consequenties. Een op de vijf Nederlanders ervaart door de prijsstijgingen meer stress. „Mensen die stress ervaren door de inflatie hebben minder vertrouwen in centrale banken en de nationale overheid dan andere mensen. Hetzelfde geldt voor degenen die moeite hebben om financieel rond te komen en mensen die interen op spaargelden, of schulden zien ontstaan”, aldus DNB.