Noodtoestand Peru uitgebreid en verlengd om politieke crisis
De Peruaanse regering heeft de noodtoestand in het land uitgebreid en verlengd. Het Zuid-Amerikaanse land verkeert in een politieke crisis, waarbij al twee maanden grootschalige demonstraties worden gehouden tegen president Dina Boluarte. Daarbij zijn al zeker 48 mensen omgekomen.
Zeven Zuid-Peruaanse regio’s - Madre de Dios, Cusco, Puno, Apurimac, Arequipa, Moquegua en Tacna - zullen onder de verlengde noodtoestand vallen, die volgens een bericht in de staatscourant zestig dagen van kracht blijft. De vorige noodtoestand gold slechts voor drie regio’s en hoofdstad Lima, welke laatste nu ontzien wordt.
De onrust begon toen oud-president Pedro Castillo in december werd afgezet. Betogers eisen dat zijn opvolger Boluarte aftreedt, dat er nieuwe verkiezingen komen en dat Castillo uit de gevangenis wordt vrijgelaten. In december werd al eens een landelijke noodtoestand uitgeroepen, die half januari werd verlengd.
Castillo, een voormalige dorpsonderwijzer, wilde begin december een motie van wantrouwen voorkomen en ontbond het parlement. Maar dat besloot hem uit zijn functie te zetten. Hij werd gearresteerd op beschuldiging van een poging tot staatsgreep.
De nieuwe maatregel machtigt het leger om politieacties te ondersteunen om de openbare orde te herstellen. Het schort ook grondwettelijke rechten op, zoals bewegingsvrijheid en vergadering.