Textielsector België lijdt onder goedkope import
België heeft nog altijd een zeer grote textielindustrie, maar vooral de klassieke bedrijven lijden onder de import uit Turkije en China. Hoewel een groot deel van de sector gezond is, verkeert een op de vijf arbeidsplaatsen in de gevarenzone.
De berichten druppelen diverse keren per maand binnen: hier een breigoedbedrijf failliet, daar een handdoekfabriek dicht. De Belgische textielfabrieken en confectieateliers tellen nog ongeveer 50.000 werknemers, schat directeur Fa Quix van Febeltex, de koepelorganisatie van het Belgische textiel. De toekomst is niet voor alle arbeiders rooskleurig. De sector heeft sinds 2000 ongeveer 8 procent minder geproduceerd en het aantal werknemers gaat nog sneller omlaag. „We dalen minder snel dan de rest van de Europese Unie, maar dat is een schrale troost”, zegt Quix.
Deze week nog ging de kunstzijdefabriek Fabelta in Ninove (vlak bij Brussel) dicht. Daardoor verliezen 179 mensen hun baan.
Vooral de bedrijven in de kledingtextielsector zijn kwetsbaar. Sinds 1 januari zijn alle restricties voor invoer van textielproducten uit de rest van de wereld opgeheven. „Dat kan niet zonder gevolgen blijven”, denkt Quix. In de breigoedsector ging er de afgelopen tijd ongeveer één bedrijf per maand dicht. Het betrof vooral kleine ondernemingen met tussen de tien en de dertig werknemers. Lange tijd konden ze leven van series die in kleine volumes worden gemaakt, maar zelfs die productie verhuist meer en meer naar Turkije en Oost- Europa.
Ook in het huishoudtextiel zoals handdoeken, van oudsher een Belgisch specialisme, winnen de goedkopere concurrenten terrein. Daarom denkt Febeltex dat tussen nu en 2007 circa 10.000 banen in de gevarenzone zitten.
Toch is de sector grotendeels gezond. Het interieurtextiel, zoals tapijten, vergt veel kapitaal en relatief weinig mankracht. Ook voor technisch textiel, variërend van verbandgaas tot airbags, zijn de vooruitzichten goed. Die onderdelen zijn samen al goed voor 70 procent van de sector in België.
De vele bedrijfssluitingen en reorganisaties van de afgelopen jaren zijn bedoeld om de sector juist te versterken, stelt een optimistische Quix. „Het sociale aspect krijgt veel aandacht in de media, maar dat het past in een strategische keuze, komt minder uit de verf.”
Zelfs de kwetsbare productie van kleding en kledingstoffen kan voor een deel overleven door een aantal specialiteiten, denkt Quix. „Wij hebben een andere productmix dan bijvoorbeeld Frankrijk en Italië. Die zitten meer in het modetextiel. Dat wordt veel sterker bedreigd.”